Klas 2B gymn Montag, den 17. Januar 2022

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Montag, den 17. Januar 2022

• Willkommen
  
• Nachsehen Hausaufgaben
  
• Ziele dieser Unterrichtsstunde
• Wiederholungsaufgaben Grammatik
• Üben Grammatik/Wörterlisten
• Hören
• Wörterlisten lernen
• Hausaufgaben
• Zum Schluss

Nachsehen Hausaufgaben:

Stencils: Aufgaben 1 tot en met 5

Ziele dieser Unterrichtsstunde:

• Je kunt je voorbereiden op de GP.
  
• Je kunt tijdens het luisteren vragen beantwoorden.

Wiederholungsaufgaben:

Zelfstandig maken:

• Aufgaben 6 tot en met 9 (Seiten 162-163)
• Klaar: Leren Wörterlisten A+B -> schrijven/WRTS/Quizlet
• Bespreken Aufgaben 6 t/m 9

Üben Grammatik

Übung 4

Wiederholungsaufgaben:

Zelfstandig maken:

• Aufgaben 10, 1 t/m 4
• Klaar: Leren Wörterlisten A+B -> schrijven/WRTS/Quizlet. Leren Grammatik, leren du oder Sie, leren ja oder doch.
• Bespreken Aufgaben 10, 1 t/m 4

Üben Wörterlisten A+B

Übungen 1 und 2

(Wörter und Sätze)

Hören   

Aufgabe 3.2 

• Wat moeten we doen voordat we gaan luisteren?

Hören   

Aufgabe 4.1 

Gezamenlijk lezen van inleiding en vertalen.

->Wat moeten we doen voor het luisteren?

Lernen Wörterliste A und B GP Deutsch

TB Seiten 46-48

Mogelijkheden:

• WRTS/Quizlet
• Kaartjes maken
• Overschrijven
• Overhoren + vragen hoe schrijf ik een woord/zin

-> Zachtjes praten!!

Hausaufgaben:

Lehrstoff GP Deutsch:Freitag, den 21. Januar 2022

Lernen: Wörterliste A+B Seiten 46-47

Lernen: Grammatik TB Seite 45 Modale werkwoorden en möchten

Lernen: Grammatik Rangtelwoorden Seite 46 TB

Lernen: Verschil ja en doch TB Seite 45

Lernen: duzen oder Siezen AB Seiten 82-83 Aufgabe 3.3

Zum Schluss:

• Wat waren de doelen van vandaag.

Aufgabe 3.5 B und C   Seite 13

Voltooid deelwoord:

• Wat is de standaardregel?
• Uitzonderingen?

Klassikaal 3.5 B en C

Wiederholung Grammatik

ein/kein -> wel/geen uitgang

Stappenplan:

• Wat is het lidwoord?
  
•         → toepassen regels der die das
  
•        → of leren lidwoord Wörterlisten A+B
  
• der+das → geen e als uitgang
  
• die+die → wel e als uitgang
  
• Ezelsbruggetje: die + die → eindigen op een e
• bij meervoud kun je geen kein gebruiken

ein-Gruppe

Bestaat uit:

• ein -          = ein
• kein -        = geen
• bezittelijke voornaamwoorden (mein-, dein-, sein-, ihr-, sein-, unser-, euer/eure, ihr- en Ihr)

       (pers. vnw.                                            ich         du        er     sie     es       wir          ihr                sie          Sie)

mijn auto               mein Auto (onzijdig) 

jouw broer            dein Bruder (mannelijk persoon)

uw jas                     Ihre Jacke (vrouwelijk -> eindigt op e)

zijn Schwester   seine Schwester (vrouwelijk -> vrouwelijk persoon)

Betekenis Modalverben:

• dürfen = mogen, toestemming hebben
• können = kunnen, in staat zijn tot
• mögen = houden van, lusten, aardig vinden
• müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders

Betekenis Modalverben:

• sollen = moeten/bevel, wil van een ander
• wollen = willen
• wissen = weten
• möchten = zou graag willen. willen -> wens

(möchten andere vorm van mögen)