Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Planning
Week 2: Woordenschat
Week 3: 13.45 - 14.30 uur = tekstverbanden
14.30 - 15.30 uur = toets Schrijven
(Kris, Bibi, Michelle, Kim)
Week 4: geen les (studiedag)
Week 5: toetsweek
Week 6: Boektoets
Slide 1 - Diapositive
Dekkingsgraad
Slide 2 - Diapositive
Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de tekst te kunnen begrijpen, denk je? (Dekkingsgraad.)
Slide 3 - Question ouverte
Dekkingsgraad van 60%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen.
- - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 4 - Diapositive
Dekkingsgraad 70%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 5 - Diapositive
Dekkingsgraad 80%
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 6 - Diapositive
Dekkingsgraad 90%
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.
Slide 7 - Diapositive
Dekkingsgraad 100%
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Natuurlijk gun ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst ervoor. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.
Slide 8 - Diapositive
Kennis van woorden bij het begrijpen van een tekst
60% bekend: tekst onbegrijpelijk
70% bekend: nauwelijks begrip
80% bekend: begin van begrip
85% bekend: globaal begrip
90/95% bekend: redelijk goed begrip
Slide 9 - Diapositive
Op welke manieren kun je de betekenis van een woord uit een tekst herleiden?
Slide 10 - Question ouverte
Woordenschat 3F
Vul het woord in dat qua betekenis het beste in de zin past.
Slide 11 - Diapositive
Arend heeft de … om later een groot gitarist te worden.
A
ironie
B
rectificatie
C
factor
D
potentie
Slide 12 - Quiz
Deze krachtige lijm bestaat uit twee …
A
metaforen
B
componenten
C
suggesties
D
observaties
Slide 13 - Quiz
Deze bescheiden werknemer … geen hoge functie.
A
tart
B
anticipeert
C
brainstormt
D
ambieert
Slide 14 - Quiz
Een bekend voorbeeld van een … is: ‘het papier is geduldig.'
A
hiaat
B
mythologie
C
personificatie
D
faculteit
Slide 15 - Quiz
Het … inkomen is in Nederland veel hoger dan in Thailand.
A
modale
B
hypocriete
C
conservatieve
D
homogene
Slide 16 - Quiz
Als je iets wil weten over die voormalige president dan moet je zijn … lezen.
A
biografie
B
clausule
C
delegatie
D
karikatuur
Slide 17 - Quiz
De krant … het artikel van de vorige dag, omdat er een grove fout in stond.
A
relativeerde
B
declareerde
C
rectificeerde
D
participeerde
Slide 18 - Quiz
De enorme bokser … zijn tegenstander met zijn rollende spierballen.
A
ambieerde
B
bagatelliseerde
C
imponeerde
D
imiteerde
Slide 19 - Quiz
Een bekende … is een Nederlander die zegt dat alle Nederlanders liegen.
A
metafoor
B
paradox
C
mythologie
D
pretentie
Slide 20 - Quiz
Jorik … het noodloot door op de richel van het dak van een wolkenkrabber te skaten.
A
fixeerde
B
tartte
C
boycotte
D
ambieerde
Slide 21 - Quiz
Nadat het oude pand … was, zag het er weer prachtig uit.
A
behartigd
B
uitbesteed
C
gerestitueerd
D
gerenoveerd
Slide 22 - Quiz
‘Een stijve hark’ is … voor iemand die niet sportief of ritmisch is.
A
clientèle
B
clausule
C
beeldspraak
D
factuur
Slide 23 - Quiz
Het verlegen, stille kind werd later tot ieders verbazing een heel … persoon.
A
eenduidige
B
ludiek
C
extravert
D
bonafide
Slide 24 - Quiz
Ten aanzien van mensen uit Oost-Europa waren de dorpsbewoners … .
A
bevooroordeeld
B
conservatief
C
cruciaal
D
unaniem
Slide 25 - Quiz
Het … om deze discotheek binnen te komen, is dat je minimaal 18 jaar oud bent.
A
recitificatie
B
cliché
C
criterium
D
diagnose
Slide 26 - Quiz
Door … wist het bedrijf zijn winst te vergroten.
A
fluctuatie
B
expansie
C
filosofie
D
impasse
Slide 27 - Quiz
Met de introductie van ons nieuwe model op de beurs hopen we veel … klanten te bereiken.
A
potentiële
B
deprimerende
C
cruciale
D
constructieve
Slide 28 - Quiz
De inhoud van deze krant wordt streng door de overheid … .
A
uitbesteed
B
getrotseerd
C
gedifferentieerd
D
gecensureerd
Slide 29 - Quiz
Mijn slechthorende opa kan je alleen verstaan als je langzaam praat en goed … .
A
tart
B
articuleert
C
trotseert
D
differentieert
Slide 30 - Quiz
Van die vernietigende documenten zijn gelukkig wel … bewaard gebleven.
A
clausules
B
filosofieën
C
rectificaties
D
duplicaten
Slide 31 - Quiz
Beeldspraak 3F
Kies bij de betekenis het juiste spreekwoord/de juiste uitdrukking.
Slide 32 - Diapositive
Ongenuanceerd
A
Je nek uitsteken.
B
Ergens in verzeild raken.
C
Het topje van de ijsberg.
D
Kort door de bocht.
Slide 33 - Quiz
Een nutteloze handeling verrichten
A
Het topje van de ijsberg.
B
De wind van voren krijgen.
C
Water naar de zee dragen.
D
Schoenmaker, blijf bij je leest.
Slide 34 - Quiz
Vervelend behandeld worden, nadat je zelf anderen vervelend hebt behandeld.
A
Het onderspit delven.
B
Lachen als een boer met kiespijn.
C
Een koekje van eigen deeg krijgen.
D
Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.
Slide 35 - Quiz
Verliezen
A
Hoog van de toren blazen.
B
Het onderspit delven.
C
Hoogmoed komt voor de val.
D
Met de handen in het haar zitten.
Slide 36 - Quiz
Diegenen met het minst verstand ervan hebben vaak het hoogste woord.
A
Holle vaten klinken het hardst.
B
Er schuilt een addertje onder het gras.
C
De wind van voren krijgen.
D
Iets aan je laars lappen.
Slide 37 - Quiz
Iets doen wat buiten zijn bevoegheid gaat.
A
Dat is lood om oud ijzer.
B
Buiten zijn boekje gaan.
C
De stoute schoenen aantrekken.
D
De lachende derde zijn.
Slide 38 - Quiz
Je ergens niets van aantrekken.
A
Iets aan je laars lappen.
B
De wind van voren krijgen.
C
Je in de kaart laten kijken.
D
Je kaarten op tafel leggen.
Slide 39 - Quiz
Je bedoelingen tonen.
A
Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.
B
Je in de kaart laten kijken.
C
Je kaarten op tafel leggen.
D
Je moet het ijzer smeden als het heet is.
Slide 40 - Quiz
Iemand die in zijn doen en laten op één van zijn ouders lijkt.
A
Een goede buur is beter dan een verre vriend.
B
Men moet geen slapende honden wakker maken.
C
Hoogmoed komt voor de val.
D
De appel valt niet ver van de boom.
Slide 41 - Quiz
Aan iets moeilijks durven beginnen.
A
De stoute schoenen aantrekken.
B
Een koekje van eigen deeg krijgen.
C
Iets uit je mouw schudden.
D
Schoenmaker, blijf bij je leest.
Slide 42 - Quiz
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord MAAR?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
conclusie
Slide 43 - Quiz
Welk teksverband hoort bij de signaalwoorden OOK en BOVENDIEN?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
Slide 44 - Quiz
Wat is het DOEL van een grafiek over de gemiddelde temperatuur in Friesland?
A
overtuigen
B
amuseren
C
informeren
D
activeren
Slide 45 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een oorzaak - gevolg aan?
A
dus
B
maar
C
doordat
D
en
Slide 46 - Quiz
Wat is het tekstverband van het signaalwoord DAARMEE?