Woordenschat en woordraadstrategieën (3F) Muis

Woordenschat
De zin van het kennen van woorden
Betekenis afleiden uit de tekst
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat
De zin van het kennen van woorden
Betekenis afleiden uit de tekst

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les
  • Je weet waarom het belangrijk is om veel woorden te kennen
  • Je kunt de betekenis van moeilijke woorden afleiden uit de tekst.
  • Je leert iets over hoe 'onthouden' werkt in je brein

Slide 3 - Diapositive

lesplan
  • hoe werkt onthouden in je brein?
  • Hoe leer je het beste nieuwe woorden?
  • Hoe kom je achter de betekenis van nieuwe woorden zonder Google of een woordenboek? 

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de tekst te kunnen begrijpen, denk je? (Dekkingsgraad.)

Slide 5 - Question ouverte

Dekkingsgraad van 60%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben geen - meer. Singapore is maar - - - met een - - -. We - met - - dat we niet - kunnen.
- - ik - een - met een - aan - -, het - er -. Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 6 - Diapositive

Dekkingsgraad 70%
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
 We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen.
- - ik - een huis met een - aan beide -, het - er -.  Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar dat is een niet meer te - - geworden. 

Slide 7 - Diapositive

Dekkingsgraad 80%
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking . We - met zo’n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide - , het liefst er -. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 8 - Diapositive

Dekkingsgraad 90%
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We - met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 9 - Diapositive

Dekkingsgraad 100%
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking . We kampen met zo’n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Natuurlijk gun ik iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst ervoor. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Slide 10 - Diapositive

Kennis van woorden bij het begrijpen van een tekst

  • 60% bekend: tekst onbegrijpelijk
  • 70% bekend: nauwelijks begrip
  • 80% bekend: begin van begrip
  • 85% bekend: globaal begrip
  • 90/95% bekend: redelijk goed begrip

Slide 11 - Diapositive

Koe

Slide 12 - Carte mentale

Bruiloft

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Vidéo

Wat betekent de afkorting e.o. ?

A
en omstreken/omgeving
B
Evangelische Omroep

Slide 15 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord bij Algerije?
A
Algeries
B
Algerijns

Slide 16 - Quiz

Wat betekent het woord droeftoeter?
A
een aspirant-lid van een studentenvereniging of dispuut
B
fantasierijke, geïmproviseerde speech om de toehoorders te vermaken
C
nerd, sukkel
D
een kater hebben

Slide 17 - Quiz

Wel woord is geen synoniem van pesten?

A
plagen
B
vleien
C
jennen
D
treiteren

Slide 18 - Quiz

Wat is de betekenis van aanhangig maken?

A
het starten van een procedure bij de rechter
B
weerwoord, verweerschrift
C
beroep bij de hoogste rechter tegen een uitspraak van een lagere rechter
D
(een rechtszaak) niet verder behandelen

Slide 19 - Quiz

Welk woord moet worden ingevuld?
Toen de aardappelen kookten, raakten de ramen door ..... beslagen.
A
rook
B
warme lucht
C
condens
D
damp

Slide 20 - Quiz

Betekenis afleiden uit de tekst
Synoniem?
Uitleg of omschrijving?
Voorbeelden?
Tegenstelling?
Afbeelding?

Slide 21 - Diapositive

Wat is het belangrijkste dat je deze les geleerd hebt?

Slide 22 - Question ouverte