Les 2 Uitleg examen Spreken 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Nederlands examenvoorbereiding Spreken

Nederlands

Terugblik & Vandaag

• Terugblik: voorbereiden op examen Spreken | Filmpje Sigrid    Kaag | oefeningen taalbokken
• Vandaag: wat is een betoog?
• Oefenen: bouwstenen | spreken & gesprekken voeren  02   onderwerp en hoofdgedachte| bolletje 1 en 2 
• Opdracht: betoog voorbereiden 

Het examen Spreken

• Je houdt een betoog/presentatie over een stelling
• Duur: minimaal 2 minuten, maximaal 5 minuten. 
• Tijdens je presentatie alleen steekwoorden bij de hand 
• PowerPoint/Prezi/etc.? Goed idee!

Wat weet je over een betoog?

Betoog

Doel = publiek overtuigen van je standpunt

• standpunt = mening over onderwerp of vraagstuk
• je onderbouwt je standpunt met argumenten

Voorbeeld

Stelling: Alcoholreclame moet verboden worden

• standpunt: voor de stelling
• argument: het is reclame voor iets ongezonds

Maar argumenten moet je ook onderbouwen...
Noem de stappen van de drietrapsraket.

Stelling: Alcoholreclame moet verboden worden

Argument: Het is reclame voor iets ongezonds

Uitleg: Reclame heeft als doel mensen meer van een product te laten kopen. Van alcoholreclame krijg je dus zin om bijvoorbeeld wijn te drinken. Dat is erg, want alcohol is slecht voor je gezondheid.

Voorbeeld: Stel: in een reclame heb je de laatste tijd vaak Jillz voorbij zien komen. Daardoor denk je nu eerder aan Jillz en ben je sneller geneigd om dat te kopen. Je kiest dus eerder voor een ongezonde optie.

 

Opbouw betoog

Je betoog moet een heldere structuur bevatten. Dit kun je doen door je betoog in 3 onderdelen op te bouwen:

• kop
• romp
• staart

Welke informatie zou je in de kop (inleiding) terug laten komen?

Kop (inleiding)

• Aandacht publiek trekken (citaat, anekdote, actualiteit)
• Introductie van jezelf
• Geef aan waar je presentatie over gaat
• Noem je gekozen stelling

Romp (middenstuk)

• Leg uit waarom je deze stelling gekozen hebt
• Geef je standpunt (voor of tegen de stelling)
• Minimaal 2 argumenten voor je standpunt + onderbouwing + voorbeeld
• Minimaal 2 argumenten tegen de stelling. Weerleg deze met tegenargumenten
• Geef een advies of verwachting van de toekomst 

Staart (slot)

• Herhaal standpunt + 1 of meerdere argumenten
• Geef een samenvatting/conclusie
• Uitsmijter (slotzin)

Spreekschema

Inleiding	Opening: actualiteit, anekdote, citaat Introductie Stelling noemen
Middenstuk	Argument voor Argument voor Argument tegen + weerlegging Argument tegen + weerlegging
Slot	Herhaal standpunt + 1 of meerdere argumenten Conclusie/samenvatting Uitsmijter

Noem een betrouwbare internetbron

Beoordeling examen Spreken

• Samenhang
• Afstemming op doel
• Afstemming op publiek
• Woordgebruik en woordenschat
• Vloeiendheid, verstaanbaarheid, grammaticale beheersing

Kies een stelling van de lijst

• Kies een stelling van de lijst in Teams.
• Elke stelling mag maar één keer gekozen worden! 
• Maak opdracht 3, 4 en 5 uit het document in Teams