Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Chapter 4 - Lesson 5 - I Grammar
Tenses
Werkwoordstijden
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Tenses
Werkwoordstijden
Slide 1 - Diapositive
Overzicht
1. Tegenwoordige tijd
a. Present Simple
b. Present Continuous
c. Present Perfect
2. Verleden tijd
a. Past Simple
b. Past Continuous
c. Past Perfect
3. Toekomende tijd
a. Will + hele ww
b. to be going to + hele ww
c. Future continuous
Slide 2 - Diapositive
1a. The Present Simple
Je gebruikt de present simple om te praten over:
- gewoontes
en
feiten
in de
tegenwoordige tijd
I play videogames.
- toekomstige feiten.
He turns 40 next week.
- Schema's
The train leaves at 8 p.m.
Je maakt de present simple als volgt:
I/you/we/they = hele werkwoord
he/she/it =
hele werkwoord
+
s
/
hele werkwoord
+
es
Ontkenningen:
I/you/we/they =
do not
+
hele
werkwoord
he/she/it =
does not
+
hele werkwoord
Vragen:
I/you/we/they =
do
+ onderwerp +
hele werkwoord?
he/she/it =
does
+ onderwerp +
hele werkwoord?
Slide 3 - Diapositive
1b. The Present Continuous
Je gebruikt de present continuous om te praten over:
-
dingen die
nu bezig zijn
I am studying at the moment.
-
toekomstige plannen die
al vastliggen
We are flying to Spain next week.
Je maakt de present continuous als volgt:
I =
am
+
hele werkwoord
+
ing
you/we/they =
are
+
hele werkwoord
+
ing
he/she/it =
is
+
hele werkwoord
+
ing
Ontkenningen:
I =
am not
+
hele werkwoord
+
ing
you/we/they =
are not
+
hele werkwoord
+
ing
he/she/it =
is not
+
hele werkwoord
+
ing
Vragen:
I =
am
+ I +
hele werkwoord
+
ing
you/we/they =
are
+ ond +
hele werkwoord
+
ing?
he/she/it =
is
+ onderwerp +
hele werkwoord
+
ing?
Slide 4 - Diapositive
1c. The Present Perfect
Je gebruikt de Present Perfect om te praten over:
- zaken die in het verleden zijn begonnen en nu nog doorgaan
I have never been to Paris.
-
bij de signaalwoorden
for, yet, never, ever, just, already, since
wanneer die aangeven dat iets al eerder is begonnen
She hasn't done her homework yet.
Je maakt de Present Perfect als volgt:
I/you/we/they =
have
+
voltooid deelwoord
he/she/it =
has
+
voltooid deelwoord
voltooid deelwoord
=
3e vorm
of
hele werkwoord+ed
Ontkenningen:
I/you/we/they =
have
not
+
voltooid deelwoord
he/she/it =
has
not
+
voltooid deelwoord
Vragen
:
I/you/we/they =
have
+ onderwerp +
voltooid deelwoord?
he/she/it =
has
+ onderwerp +
voltooid deelwoord?
Slide 5 - Diapositive
2a. The Past Simple
Je gebruikt de Past Simple om te praten over:
-
dingen die in het
verleden
zijn gebeurd en
helemaal afgelopen
zijn.
Vaak staat er een
tijdsindicatie
bij
I bought a dog yesterday.
We swam in the sea last week.
Je maakt de Past Simple als volgt:
regelmatige werkwoorden =
hele
werkwoord
+
ed
onregelmatige werkwoorden =
2e
vorm
Ontkenningen
:
did not
+
hele
werkwoord
Vragen
:
Did
+ onderwerp +
hele werkwoord?
Slide 6 - Diapositive
2b. The Past Continuous
Je gebruikt de
Past Continuous
om te praten over:
-
dingen die je in het
verleden
aan het doen was toen het werd
onderbroken
door iets anders.
I
was watching
Formula 1 when the doorbell rang.
Jane
was eating
while she was singing a song.
Je maakt de Past Continuous als volgt:
I/he/she/it = was + hele werkwoord + ing
you/we/they = were + hele werkwoord + ing
Ontkenningen:
I/he/she/it= was not + hele werkwoord + ing
you/we/they = were not + hele werkwoord + ing
Vragen:
I/he/she/it = was + ond+ hele werkwoord + ing
you/we/they = were + ond + hele werkwoord + ing?
Slide 7 - Diapositive
2c. The Past Perfect
Je gebruikt de Past Perfect om te praten over:
-
dingen die je in het
verleden
aan gebeurde voor iets
anders
in het verleden. "past of the past"
By the time I arrived at the station, the train
had
already
left
.
Je maakt de Past Perfect als volgt:
I/you/we/they =
have + voltooid deelwoord
he/she/it =
has + voltooid deelwoord
voltooid deelwoord
=
3e rij
of
hele werkwoord+ed
Ontkenningen:
I/you/we/they =
have not + voltooid deelwoord
he/she/it =
has not + voltooid deelwoord
Vragen:
I/you/we/they =
have + ond + voltooid deelwoord?
he/she/it =
has + onderwerp + voltooid deelwoord?
Slide 8 - Diapositive
3a. Will
Je gebruikt de Future Simple om:
- voorspellingen
zonder bewijs / op gevoel te maken.
I think we will win.
- beloftes te maken
I will help you.
- verzoeken te doen
Will you do this for me?
- om een voorstel te maken
Shall we do this?
Je maakt de future simple als volgt:
will
+
hele werkwoord
Ontkenningen
:
will
not
+
hele
werkwoord
Vragen
:
Will
+ onderwerp + hele
werkwoord?
In plaats van
will
gebruik je
shall
als er een
voorstel
wordt gemaakt door
I
of
we
.
Slide 9 - Diapositive
3b. to be going to (=van plan zijn)
Je gebruikt
be going to
om:
- voorspellingen
te maken met
bewijs
Look at the clouds,
it
is going to rain
.
-
te praten over iets dat je
van plan bent
maar nog niet afgesproken/geregeld hebt.
I am going to fly to Spain next year.
Je maakt
to be going to
als volgt:
I = am + going to + hele werkwoord
you/we/they = are + going to + hele werkwoord
he/she/it = is + going to + hele werkwoord
Ontkenningen
:
I = am not + going to + hele werkwoord
you/we/they = are not + going to + hele werkwoord
he/she/it = is not + going to + hele werkwoord
Vragen
:
I = am + I + going to + hele werkwoord?
you/we/they = are + ond + going to + hele werkwoord?
he/she/it = is + onderwerp + going to + hele werkwoord?
Slide 10 - Diapositive
3c. Future Continuous
Je gebruikt de
future continuous
om
-te praten over dingen die langere tijd plaatsvinden in de toekomst
I
will be working
on this project for the next five weeks .
-
Jezelf naar de toekomst te projecteren
In five weeks, I
will be playing guitar
like a pro.
Je maakt de
future continuous
als volgt:
onderwerp + will be + werkwoord -ing
Ontkenningen
:
onderwerp + will not be + werkwoord-ing
Vragen
:
will + onderwerp + be + werkwoord-ing?
Slide 11 - Diapositive
Quiz without a phone!
Schrijf de zin over met de juiste vorm van het werkwoord.
Klik op
controleren
om te zien of je het goed hebt en verbeter waar nodig.
Klik op
toon uitleg
wanneer er meer dan 1 antwoord mogelijk is en controleer of jouw antwoord klopt.
Slide 12 - Diapositive
We always (to buy) fish on Wednesdays.
We always buy fish on Wednesdays.
present simple want is een gewoonte.
Slide 13 - Diapositive
I (never - to go) to France.
I have never been to France.
I never go to France.
Slide 14 - Diapositive
I (to go) to Spain next week
(je hebt al een ticket gekocht)
I am going to Spain next week.
Slide 15 - Diapositive
She (to work) at the bank last year.
She worked at a bank last year.
Slide 16 - Diapositive
I THINK it (to snow) tomorrow.
I think it will snow tomorrow.
Future tense! Je gebruikt will omdat het een voorspelling is.
Slide 17 - Diapositive
(you - to do) your homework yet?
Have you done your homework yet?
Slide 18 - Diapositive
Practise makes perfect
Finished?
- Study Vocabulary & Stones
- Duolingo
- Other subject?
Kader (p94)
Theoretisch (p. 90)
- I Grammar
54 - 55 - 56
- Reading Matters
p. 104 - 105
- I Grammar
53 - 54 - 55 - 56
- Reading Matters
p. 102 - 103
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
V2 - Present, Past, Future Tense
Mars 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present, Past, Future Tense - 1
Février 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Engels
Middelbare school
V3 - Present, Past, Future Tense
Mars 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Past Simple vs. Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammar_ALLTenses
Septembre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Introduction lesson 1VWO
Septembre 2018
- Leçon avec
13 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammar_ALLTenses
Avril 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Present Perfect
Juin 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3