Fictie week 47 (B1A)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Periode 2 

Wat heb je nodig?

- Laptop en oplader

- Kern lesboek

- schrift

- etui

Wat gaan we vandaag doen?

- Toetsweek bespreken

- Periode 2 doornemen

- Fictie

- Zelfstandig aan de slag

Hoe ging de toetsweek?

We kijken samen naar de studiewijzer op het scherm

Toetsen periode 2

Fictiedossier 

• Fictie-opdrachten
• Één bestand: fictiedossier. 

- Weging: 2

- deadline: vrijdag 23 december, 22.00u

Leesvaardigheid

• Leesstrategieën Kern 1, 2, 3 en 4
• Leesdoelen Kern 15, 16, 17 en 18
• Woordjes 

- Weging 3

- Toetsweek, week 8

Hoe behaal je de leerdoelen?

- Opdrachten

- Extra opdrachten (extra oefenen)

- Verdiepingsopdrachten

- Extra hulp via de expert

Fictie

- Ik weet wat fictie is

- Ik kan een verhaal samenvatten

- Ik weet wat beoordelingswoorden zijn

- Ik kan mijn mening geven met behulp van beoordelingswoorden 

Wie leest er soms een boek/verhaal? En welke was dat?

Fictie en non-fictie

Even herhalen: wat betekent fictie en wat betekent non-fictie?

Fictie en non-fictie

Fictie betekent verzonnen. Een schrijver heeft een verhaal bedacht. De personen uit het verhaal bestaan niet echt en de gebeurtenissen in het verhaal zijn niet echt gebeurd.

Non-fictie betekent niet verzonnen. Een schrijver schrijft over personen die echt bestaan en gebeurtenissen die echt gebeurd zijn.

Vormen van fictie zijn:

1. Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
2. Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
3. Krant, tijdschriften, poster

voorbeelden van non-fictie zijn:

1. schoolboeken / krantenartikelen
2. De musical 'Cats'
3. sprookjes / stripverhalen

Fictie: realistisch en fantasie

Sommige verhalen zijn verzonnen, maar wel realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, zou in het echt ook kunnen gebeuren.

Bijvoorbeeld het boek Spijt van Carry Slee. In dit verhaal wordt een jongen gepest. Dit is een geloofwaardig, realistisch verhaal. 

Andere verhalen zijn verzonnen, maar niet realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, kan in het echt niet gebeuren. Dit noemen we fantasie.

Bijvoorbeeld een verhaal waarin dieren met elkaar praten. Dat is niet geloofwaardig.

Welke beoordelingswoorden ken jij al?

Beoordelingswoorden

Als je je mening moet geven over een verhaal, boek of film gebruik je beoordelingswoorden.

spannend - saai

leerzaam - niet leerzaam

grappig - droevig

zet me aan het denken - doet me niets 

kinderachtig - voor mijn leeftijd

moeilijk - makkelijk

vlot verteld - langdradig

Fictiedossier

We lezen samen het document "opdrachtenboekje fictiedossier" in  de studiewijzer. 

Aan de slag!

Studiewijzer week 48:

1. We maken samen een document voor het fictiedossier

2. Lees de tekst: Ontsnapt! van Margje Woodrow

3. Maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten

Korte opdracht

Schrijf binnen één minuut zoveel mogelijk kernwoorden op die je deze les hebt geleerd