kgt 1 - chapitre 3 - nakijken bron A + lire bron B

PROGRAMME
  • Absentie
  • Phrases-clés
  • Vocabulaire A
  • Huiswerk nakijken
  • Lire bron B
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

PROGRAMME
  • Absentie
  • Phrases-clés
  • Vocabulaire A
  • Huiswerk nakijken
  • Lire bron B

Slide 1 - Diapositive

PHRASES-CLÉS

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent:
Tu as quelles matières le mardi?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent:
Le mardi, j'ai anglais et géographie.

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent:
La récré, c'est à quelle heure?

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent:
À dix heures.

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent de tegenstelling:
l'école - le contrôle - fort

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent de tegenstelling:
facile - difficile

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent:

Je suis fort en histoire.
A
Ik vind geschiedenis leuk
B
Ik houd van geschiedenis
C
Ik ben goed in geschiedenis
D
Ik heb huiswerk voor geschiedenis

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Sleep de dagen van de week op de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
jeudi
vendredi
mardi
dimanche
mercredi
lundi
samedi

Slide 11 - Question de remorquage

Prends ton livre à la page 100-101

Slide 12 - Diapositive

Waarom reageert Jules niet heel enthousiast op de vraag: ''Ça va?''
A
Hij heeft een hekel aan school.
B
Hij heeft niet goed geslapen.
C
Hij heeft veel huiswerk.

Slide 13 - Quiz

Voor welke vakken heeft Jules een toets?
A
Aardrijkskunde en Engels
B
Engels en wiskunde
C
Tekenen en wiskunde

Slide 14 - Quiz

''Pauvre Jules!'' Waarom heeft Zoë medelijden met Jules?
A
Hij heeft een hekel aan wiskunde
B
Hij heeft twee toetsen
C
Hij vindt aardrijkskunde moeilijk

Slide 15 - Quiz

''Tu es sérieux?'' Waarom stelt Zoë deze vraag?
A
Jules heeft het hele weekend voor aardrijkskunde geleerd
B
Jules wil Zoë helpen met haar aardrijkskundetoets
C
Jules zegt dat hij aardrijkskunde makkelijk vindt.

Slide 16 - Quiz

''Hahaha! Tu rigoles!'' Waarom maakt Zoë deze opmerking?
A
Jules geeft het verkeerde antwoord op de vraag van Zoë
B
Jules is heel goed in aardrijkskunde
C
Zoë weet zelf ook het juiste antwoord niet.

Slide 17 - Quiz

Kijk jij wel een vlogs? Zo ja, wie is jouw favoriete vlogger?

Slide 18 - Carte mentale

Houd je zelf een dagboek (vlog) bij?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 19 - Quiz

bladzijde 105

Slide 20 - Diapositive

Exercice 10a
1. Wat betekent de titel?
''Mon journal secret''
A
Mijn geheime agenda
B
Mijn leuke dag
C
Mijn geheime dagboek
D
Mijn geheime schrift

Slide 21 - Quiz

Exercice 10a
2. Wat voor soort tekst is dit?

A
Een website
B
Een tekst uit een dagboek
C
Een krantenartikel
D
Een advertentie

Slide 22 - Quiz

Exercice 10a
3. Wie heeft de tekst geschreven?

Slide 23 - Question ouverte

Heeft te maken met ''l'école''
la chambre
en cinquième
le secret
le prof
les devoirs
la trousse
peut-être
le sac à dos
l'histoire
le contrôle

Slide 24 - Question de remorquage

HUISWERK
Maken: bron B opdracht 9, 10, 11 op blz. 104-106
Leren: vocabulaire B bladzijde 128

Maak een foto van je huiswerk en stuur dit naar mij via MS teams!

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive