kgt 1 - chapitre 3 - intro nakijken + écouter bron A

PROGRAMME
  • Absentie
  • Terugblik: phrases-clés
  • Huiswerk nakijken
  • Ecouter - bron A page 100
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

PROGRAMME
  • Absentie
  • Terugblik: phrases-clés
  • Huiswerk nakijken
  • Ecouter - bron A page 100

Slide 1 - Diapositive

Bonjour!
Chapitre 3 - le collège bouge!

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent: "la cinquième"?
A
de eerste klas
B
de derde klas
C
de tweede klas
D
de vierde klas

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
Tu es en quelle classe?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent:
Je suis en cinquième.

Slide 5 - Question ouverte

Qui est ton prof de maths?
A
Je suis en cinquième.
B
Je m'appelle (nom)
C
Ça va bien.
D
C'est madame Ben Allal.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent:
Elle est sévère?
A
Is hij aanwezig?
B
Is zij streng?
C
Geeft hij veel huiswerk?
D
Is zij aardig?

Slide 7 - Quiz

Wat betekent:
Quelle est ta matière préférée?
A
In welke klas zit jij?
B
Wie is jouw leraar wiskunde?
C
Wat is jouw lievelingsvak?
D
Heb jij huiswerk?

Slide 8 - Quiz

Les réponses exercice 1b page 98

Slide 9 - Diapositive

HUISWERK NAKIJKEN

OPDRACHT 2B page 99
élève
cours
prof
collège
cantine
Na de basisschool ga je naar de ...
Hier eet je tijdens de pauze.
Je volgt er verschillende op een dag
Deze persoon staat voor de klas.
Dit ben je zelf op school.

Slide 10 - Question de remorquage

Huiswerk - exercice 3 page 99
1. Wat zeg je: als je wilt weten of er huiswerk is?
A
C'est quand le contrôle?
B
Je ne comprends pas
C
On a des devoirs?
D
On travaille en silence.

Slide 11 - Quiz

Huiswerk - exercice 3 page 99
2. Wat zeg je: als je graag je cijfer wilt weten?
A
C'est quand le contrôle?
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
On travaille en silence.

Slide 12 - Quiz

Huiswerk - exercice 3 page 99
3. Wat zeg je: als je wilt weten wanneer het proefwerk is?
A
C'est quand le contrôle?
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
On travaille en silence.

Slide 13 - Quiz

Huiswerk - exercice 3 page 99
4. Wat zeg je: als iemand op moet letten.
A
C'est quand le contrôle?
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
Attention!

Slide 14 - Quiz

Huiswerk - exercice 3 page 99
5. Wat zeg je: als je in stilte aan het werk gaat?
A
On travaille en silence.
B
Vous avez les notes?
C
Attention!
D
Je ne comprends pas.

Slide 15 - Quiz

Je leert in dit hoofdstuk ook de schoolvakken te benoemen in het Frans. 

Sleep de juiste woordjes in het blauw naar de vertaling.
les maths
l'anglais
l'histoire
la géographie
le néerlandais
le dessin
tekenen
Nederlands
Engels
Wiskunde
aardrijkskunde
geschiedenis

Slide 16 - Question de remorquage

Prends ton livre à la page 100-101

Slide 17 - Diapositive

Hoe vaak hoor je de onderstaande woorden in het fragment?
dessin - maths - anglais - géographie

Slide 18 - Question ouverte

Waarom reageert Jules niet heel enthousiast op de vraag: ''Ça va?''
A
Hij heeft een hekel aan school.
B
Hij heeft niet goed geslapen.
C
Hij heeft veel huiswerk.

Slide 19 - Quiz

Voor welke vakken heeft Jules een toets?
A
Aardrijkskunde en Engels
B
Engels en wiskunde
C
Tekenen en wiskunde

Slide 20 - Quiz

''Pauvre Jules!'' Waarom heeft Zoë medelijden met Jules?
A
Hij heeft een hekel aan wiskunde
B
Hij heeft twee toetsen
C
Hij vindt aardrijkskunde moeilijk

Slide 21 - Quiz

''Tu es sérieux?'' Waarom stelt Zoë deze vraag?
A
Jules heeft het hele weekend voor aardrijkskunde geleerd
B
Jules wil Zoë helpen met haar aardrijkskundetoets
C
Jules zegt dat hij aardrijkskunde makkelijk vindt.

Slide 22 - Quiz

''Hahaha! Tu rigoles!'' Waarom maakt Zoë deze opmerking?
A
Jules geeft het verkeerde antwoord op de vraag van Zoë
B
Jules is heel goed in aardrijkskunde
C
Zoë weet zelf ook het juiste antwoord niet.

Slide 23 - Quiz

HUISWERK
Pak je boek op bladzijde 100

Maken: opdracht 4a, 5a, 5b, 6a, 6b, 7a, 7b op bladzijde 100-103

Slide 24 - Diapositive