Nederlands week 6 llk 1.3 en 1.4

Nederlands week 6 llk 1.3 en 1.4
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Nederlands week 6 llk 1.3 en 1.4

Slide 1 - Diapositive

Planning komende periode 

Slide 2 - Diapositive

Nederlands
1.3 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van teksten
1.4 Opbouw en indeling

Slide 3 - Diapositive

DOEL


Je kunt inschatten of een tekst betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de informatie is.




Betrouwbaarheid van teksten

Slide 4 - Diapositive

Wanneer is een tekst volgens jou betrouwbaar? 

Slide 5 - Diapositive


Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Slide 6 - Diapositive

Betrouwbaarheid van teksten


  • Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.
  • Daarom moet je een tekst kritisch lezen.
  • Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 7 - Diapositive

De bron van een tekst

  • Een bron moet bij voorkeur actueel zijn, dat kun je aan de bronvermelding zien.
  • Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet.
  • Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of een ruime persoonlijke ervaring heeft met het onderwerp.

Slide 10 - Diapositive

Reclame
Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze activeren of overhalen als doel hebben.

Slide 11 - Diapositive

Het doel van een tekst

  • Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar informatie geeft.
  • Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. 
  • Als een tekst bedoeld is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten, moet je dus extra goed opletten!

Slide 12 - Diapositive

Nepnieuws op internet

  • Weet jij welke informatie op internet betrouwbaar is?
  • Veel jongeren vinden het lastig om te beoordelen of iets wat ze online tegenkomen nepnieuws of juist betrouwbare informatie is.

Bekijk het volgende filmpje:



Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Heb jij wel eens iets geliket of gedeeld wat achteraf nepnieuws was?
Ja
Nee
Weet ik niet

Slide 15 - Sondage

Slide 16 - Vidéo

Lezen, luisteren, kijken
1.4 Opbouw en indeling

Slide 17 - Diapositive

1.4 Opbouw en indeling
De opbouw van een tekst

Teksten hebben vaak een vaste structuur / opbouw. 

Als je weet hoe een tekst in elkaar zit, helpt je dat om een tekst te begrijpen.

Slide 18 - Diapositive

Inleiding
Middenstuk
Slot
Dit deel is opgedeeld in meer alinea's 
Het onderwerp wordt benoemd
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
Aandachttrekker: er wordt bijv. een vraag gesteld of een probleem besproken.
Een samenvatting van de tekst
Er wordt bijv. een vraag beantwoord of een oplossing bij een probleem besproken.
De tekst wordt stap voor stap uitgewerkt

Een conclusie 

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Geef in 30 seconden zo veel mogelijk voorbeelden van signaalwoorden.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'vervolgens'?
A
toelichting
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak-gevolg

Slide 24 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'omdat'?
A
tegenstelling
B
vergelijking
C
reden/argument
D
samenvatting

Slide 25 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dus'?
A
doel-middel
B
conclusie
C
vergelijking
D
voorwaarde

Slide 26 - Quiz

Welk soort signaalwoorden zal de schrijver vooral hebben gebruikt om de belangrijkste verbanden in de tekst aan te geven?
A
reden/argument
B
tegenstelling
C
opsomming
D
conclusie

Slide 27 - Quiz

Aan de slag
 
Nu Nederlands online
Lezen, luisteren, kijken

1.3 betrouwbaarheid en bruikbaarheid
1.4  opbouw en indeling 
Vorige week
1.1 teksten verkennen
1.2 doel en hoofdgedachte

Slide 28 - Diapositive