Tegenwoordig deelwoord / bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welke smiley voelde je, toen je hoorde dat de lessen online zijn?

😒🙁😐🙂😃

Instructie werkwoordspelling

Vragen nav opdrachten??

Werkwoordspelling

Tegenwoordig deelwoord /

bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

• Het tegenwoordig deelwoord bestaat uit hele werkwoord + D
• Het tegenwoordig deelwoord geeft aan hoe iemand iets doet
• Het tegenwoordig deelwoord zegt altijd iets over de persoonsvorm

• 
  

......(hijgen) rende ze naar haar oma toe.

.......(lachen) vertelde Thomas de mop.

...... (hangen) op de bank keek zij Netflix.

Bijvoeglijk naamwoord.

Dus nog geen bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord!! 

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?

1. Zelfstandig naamwoord
2. Bijwoord
3. Werkwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord

Jan heeft een nieuwe auto gekocht.

1. auto is bijvoeglijk naamwoord
2. Jan is bijvoeglijk naamwoord
3. nieuwe is bijvoeglijk naamwoord

De waarzegger keek in de kristallen bol.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

1. bol
2. waarzegger
3. keek
4. kristallen

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is een "bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord". 

Regel meestal : voltooid deelwoord  + -e- 

Wanneer het voltooid deelwoord op –en eindigt, dan schrijf je het als bijvoeglijk naamwoord hetzelfde.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Jammer dat ik het doel heb gemist.

Het  ..... doel.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Wij hebben de wedstrijd gewonnen.

De  ..... wedstrijd.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

Mats heeft het cadeau ingepakt.

Het  ..... cadeau.

De vogel is opgezet.
De _____ vogel.

Noteer het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.

De weg werd verbreed.

De ..... weg.

Mijn inzet tijdens de les was...

Kan beter

Ik heb mijn dag niet.

Ging wel

Goed

Zeer Goed

Taalintegraal

Alles maken van werkwoordspelling:

werkwoorden - 0-meting - tt - vt - 

verleden tijd door elkaar - volt. deelw - persoonsvorm of voltooid deelwoord

tegenwoordig deelwoord- bijvoeglijk gebruikt volt. deelwoord