Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Duurzame energie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet wat de betekenis is van energietransitie.
Je begrijpt waarom het belangrijk is dat er een energietransitie komt.
Je kent verschillende soorten duurzame energiebronnen.
Je kent de voor - en nadelen van belangrijkste duurzame energiebronnen.
Je ontdekt wat je zelf aan de opwarming van de aarde kan doen.
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen in deze les
Pol over je eigen energie gebruik.
Kijken we een documentaire met kijkvragen
Wat is de energietransitie.
Wat kunnen wij thuis doen om een steentje bij te dragen aan het milieu.
Slide 3 - Diapositive
Placemat
In het vak in het midden schrijf je: duurzame energie
In de vakken erbuiten schrijf je voor jezelf op wat je vandaag hebt geleerd.
Slide 4 - Diapositive
Waar gebruik jij energie voor?
Slide 5 - Carte mentale
Bij ons staat de verwarming overdag altijd op:
17
19
20
22
weet ik niet
24
Slide 6 - Sondage
Wij koken thuis:
electrisch(ook inductie)
op gas
Slide 7 - Sondage
Ons huis is goed geïsoleerd
ja
nee
het tocht
ik heb geen idee
Slide 8 - Sondage
Onze energie is van een energiemaatschappij die:
alleen maar groene energie aanbiedt
groene stroom heeft maar ook andere soorten
stroom heeft, ik weet niet of het groen is of niet
de goedkoopste energie heeft
Slide 9 - Sondage
Als een product stuk is, dan...
gooi ik het weg
probeer ik het te repareren
wil ik het repareren maar dat is vaak te duur
breng ik het naar de kringloop
Slide 10 - Sondage
Als ik iets nodig heb, dan...
koop ik het nieuw
koop ik het tweedehands
koop ik soms tweedehands soms nieuw
koop ik nieuw, en een heel klein beetje tweedehands
Slide 11 - Sondage
Mijn transportmiddel om naar school te komen is:
OV
fiets
auto
electrische fiets
anders
Slide 12 - Sondage
We kunnen daar twee dingen tegen doen. De eerste is energiebesparing, dus minder (fossiele) energie gebruiken. Dan kunnen we langer met de bronnen die we hebben.
Slide 13 - Diapositive
De tweede is overstappen op duurzame energie. Duurzaamheid betekent niet méér hulpbronnen gebruiken dan dat er bijkomen, zodat mensen ze ook in de toekomst nog kunnen gebruiken.
Slide 14 - Diapositive
Die overstap naar duurzame bronnen noemen we de energietransitie. Een transitie is een overgang, dus overgang naar andere energiebronnen.
Slide 15 - Diapositive
Film
We gaan zo een film kijken van Morgenland. Deze film gaat over de energietransitie in Nederland.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Nabespreking
Aan welke vormen van duurzame energie werken we?
Waarom zijn er ook mensen tegen duurzame energie?
Gaat het allemaal wel snel genoeg?
Wat betekent de energie-transitie voor jou?
Slide 18 - Diapositive
Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken
als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie
dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.
Slide 19 - Quiz
Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er
komen wolken voor de zon, zou
de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog
niet genoeg energie.
Slide 20 - Quiz
Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A
Ja, omdat bij het gebruik van waterstof alleen waterdamp vrijkomt.
B
Soms, het hangt er vanaf hoe we
de elektriciteit die we hiervoor gebruiken opwekken.
C
Nee, als we dit doen kan het zijn
dat al het water op raakt.
D
Nee, want ook bij waterstof
worden er gassen uitgestoten.
Slide 21 - Quiz
Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij groen gas
vrijkomt, is eerder al door
planten uit de lucht gehaald.
B
De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.
C
Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit groen gas omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.
Slide 22 - Quiz
We moeten juist minder olie, gas en kolen uit de grond halen. Geothermie komt ook uit de grond. Is dat dan wel een goede oplossing?
A
Ja, want bij geothermie halen we alleen warm water naar boven en verbranden we niks.
B
Ja, want geothermie zit minder diep in de aarde dan olie, gas en kolen.
C
Soms, het hangt er vanaf of we de warmte ook weer terug onder de grond stoppen.
D
Nee, geothermie is fossiel en daarom niet duurzaam.
Slide 23 - Quiz
En hoe ga je dat doen?
Slide 24 - Carte mentale
De bekendste duurzame bronnen zijn zonne-energie en windenergie. Je kent ze vast van zonnepanelen of windmolens. Zon en wind raken nooit op en zijn daarom duurzaam.
Slide 25 - Diapositive
Windenergie wordt in Nederland veel gebruikt. Dat werkt, want in Nederland waait het veel en hard.
Slide 26 - Diapositive
Windenergie op zee in
Nederland. Windparken in het Nederlandse deel van de Noordzee.
kijken hoeveel energie er nu opgewekt wordt in Nederland
Slide 27 - Diapositive
Maar windmolens zijn niet mooi en geven vaak geluidsoverlast. Bovendien is het niet heel betrouwbaar: je kan de wind niet op commando aan of uit zetten.
Slide 28 - Diapositive
Zonne-energie kan opgewekt worden door zonnecellen op daken of in weilanden. Die liggen niet in de weg en daardoor hebben mensen er geen last van.
Slide 29 - Diapositive
Maar in Nederland hebben we niet veel zonuren, zeker niet in de winter. Daarnaast is zonne-energie best duur.
Slide 30 - Diapositive
Een derde vorm is biomassa. Daarbij worden organische materialen, zoals hout en groente- en tuinafval, verbrand en omgezet in elektriciteit.
Slide 31 - Diapositive
Bij dat verbranden komt wel CO2 in de lucht. Maar omdat bomen tijdens hun leven CO2 hebben opgeslagen, staat de balans daarna gelijk.
Die uitwisseling van CO2 heet de koolstofkringloop.
Slide 32 - Diapositive
Biomassa is beschikbaar op het moment dat wij dat willen. Is er meer energie nodig, dan verbranden we meer biomassa.
Slide 33 - Diapositive
Al die biomassa komt niet uit Nederland zelf, maar uit Zuid-Amerika en Afrika. Daar wordt regenwoud gekapt of moeten akkers wijken om ruimte te maken voor onze energie.
Slide 34 - Diapositive
Energietransitie in Nederland
Overstap van grijze energie naar groene energie. (Van niet-duurzaam naar duurzaam)
Behalen doelen uit het klimaatakkoord (mondiaal akkoord)
= verminderen CO2 uitstoot en klimaatverandering
Voordeel minder afhankelijk van andere landen.
Slide 35 - Diapositive
Energietransitie in Nederland
Elektriciteitsproductie naar energiebron, 2016 – 2035, op basis van vastgesteld beleid.
Slide 36 - Diapositive
Wat maakt de energietransitie nog lastig?
Technieken herbruikbare energie nog in ontwikkeling.
Wereld ingericht op gebruik uitputbare bronnen.
Slide 37 - Diapositive
Noem 5 plekken waar we in Nederland energie opwekken. Zoek deze op je en voeg ze toe