Dag 7

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Woorden

Thema 11: Vrije tijd

plannen

• een plan maken 
• werkwoord
• ik plan - wij plannen
• zin: Ik plan mijn week altijd helemaal vol.
• zin: Er staat voor vandaag een muziekles  gepland.

37

de regel

• wat mag en niet mag
• lijn met woorden 
• de regel - de regels
• zin: De docent wijst naar de regel.
• zin: Bijna alle coronaregels zijn weg.

38

regelen

• ergens voor zorgen
• werkwoord
• zin: Ik regel een feest voor mijn vriend.
• zin: Mijn docent regelt thee voor mij.

39

rondkijken

• overal kijken
• werkwoord
• ik kijk rond - wij kijken rond
• Zin: De verkoper vraagt: Kan ik u helpen? De klant antwoordt: Nee, dank u wel. Ik kijk even rond.

40

de sportbroek

• korte broek om mee te sporten
• zin: Ik koop een blauwe sportbroek. 
• zin: Ik heb sport, maar ik ben mijn sportbroek vergeten.

41

springen

• met de voeten van de grond omhoog gaan 
• werkwoord
• ik spring - wij springen
• zin: Het paard springt over het water.
• zin: Ik spring een gat in de lucht.

42

Wat plan jij vandaag?

37

38

Wat is een goede regel in de klas?

Goed of fout?
A - Ik regel mijn papieren voor de IND.
B - Hij regel mijn treinreis.
C - Jij regel niks voor het feest.

39

1. A - goed B - fout C - fout
2. A - fout B - goed C - fout
3. A - fout B - fout C - goed
4. A - goed B - goed C - fout

Goed of fout?
A - Ik wil graag even rondkijken.
B - Hij kijkt even rond.

40

1. A - goed B - fout
2. A - fout B - goed
3. A - fout B - fout
4. A - goed B - goed

Wat moeten we aan bij sport?

41

1. broek
2. sportbroek
3. een sportbroek
4. een spotbreok

Wat is goed?
A - Hij spring in het water.
B - Jij springt in het water.
C - Ik spring in het water.

42

1. A - B - C
2. A - C
3. B - C
4. C

42

Wat springt?