Terugblik §1 tm 4

Terugblik §1 t/m 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Terugblik §1 t/m 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Privatisering betekent dat de overheid een particulier bedrijf overneemt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iets waar iedereen gratis of bijna gratis gebruik van kan maken.
A
Collectieve voorziening
B
Collectieve sector
C
Particulier gebruiksgoed
D
Particuliere sector

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen collectieve voorziening?
A
school
B
leger
C
ziekenhuis
D
kledingwinkel

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bestemmingsplan wordt door de .............wordt gemaakt.
A
provincie
B
gemeente
C
overheid
D
waterschap

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sector?
Collectieve sector 
Particuliere sector 

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De sociale zekerheid gaat over
A
de zekerheid van zorg
B
de zekerheid van financiële middelen
C
de zekerheid van onderwijs
D
de zekerheid van voldoende financiële middelen en zorg

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen met een inkomen helpen mensen zonder inkomen
A
fusie
B
kartel
C
sociale zekerheid
D
solidariteitsbeginsel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn ambtenaren?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de verboden prijsafspraken tussen aanbieders?
A
Overname
B
Fusie
C
Kartel
D
Samenwerkings-verband

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is er sprake van nationalisatie?
A
Van overheid naar particuliere sector
B
Van particuliere sector naar overheid
C
Van particuliere sector naar particuliere sector
D
Van overheid naar overheid

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld
A
Deze worden hoger
B
Deze blijven gelijk
C
Deze worden lager

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheid heeft invloed op ons gedrag door:
Positief gedrag met ...... te stimuleren
ongewenst gedrag met ..... af te remmen
extra belastingen en heffingen
subsidies

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk adviesorgaan hoort bij deze uitspraak:
De prijzen van koopwoningen zijn met 0,8% gestegen vorig jaar.

A
Centraal Plan Bureau (CPB)
B
Centraal Bureau van Statistiek (CBS)

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
D
De rijksbegroting en de miljoenennota hangen niet samen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheid heeft in een bepaald jaar een begrotingstekort. In zo’n geval kan de overheid verschillende maatregelen nemen.

Welke gevolgen heeft de volgende maatregel voor de overheid?  

Het btw-tarief verhogen. 
Dit heeft gevolgen voor de (inkomsten/uitgaven)                                  van de overheid. Die worden dan (hoger/lager)                                      en het begrotingstekort wordt (groter/kleiner.)                                           



Leerdoel 31
inkomsten
uitgaven
hoger
lager
groter
kleiner

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraken kloppen?
A
Heffingen kosten de overheid geld
B
Subsidies leveren bedrijven geld op
C
Heffingen verhogen de bedrijfskosten van ondernemers
D
Subsidies kosten de overheid geld

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom geeft de overheid op producten en diensten subsidie?
A
Consumptie stimuleren
B
Consumptie remmen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de miljoenennota van 2021. Bereken het verwachte overheidstekort.

Slide 19 - Question ouverte

€ 336,6 miljard - € 293 miljard = € 43,6 miljard

Het verwachte overheidstekort is in 2021
€ 43,6 miljard.
sociale zekerheid
volksverzekeringen
Sleep de begrippen naar je juiste plaats in het schema.
Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Werknemers-verzekeringen

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitkering krijg je als je ontslag krijgt?
A
AOW
B
Bijstand
C
WW
D
WIA

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

WW
A
Sociale verzekering
B
Sociale voorziening

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ouderen die niet meer hoeven te werken, krijgen ...
A
Bijstand
B
AOW
C
WW
D
helemaal niets

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort verzekering is dit?

WIA

A
Volksverzekeringen
B
Werknemersverzekeringen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions