Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Wat doet de overheid?
Slide 1 - Question ouverte
De overheid
Rijksoverheid
Lagere overheden:
Provincies
Gemeenten
Waterschappen
Slide 2 - Diapositive
De gemeente regelt
A
zaken voor het hele land
B
de indeling van het grondgebied
C
de infrastructuur
D
alles in je woonplaats
Slide 3 - Quiz
Subsidies
Een subsidie is een financiëlebijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen.
De overheid stimuleert bepaald gedrag als zonnepanelen of sportclubs
Slide 4 - Diapositive
Accijns
De overheid maakt bepaalde producten duurder omdat deze slecht zijn voor het milieu of de gezondheid.
Benzine, tabak, alcohol
Slide 5 - Diapositive
Hoe hoog denk je dat de bijstand (sociaal minimum) in Nederland ongeveer is voor een alleenstaande?
A
€200 per maand
B
€900 per maand
C
€2000 per maand
D
€500 per maand
Slide 6 - Quiz
Verzorgingsstaat
Een land met een overheid die veel geld uitgeeft aan gezondheidszorg, onderwijs en uitkeringen noemen we een verzorgingsstaat.
stelsel van sociale zekerheid
sociale verzekeringen
sociale voorzieningen
Slide 7 - Diapositive
Sociale zekerheid
Deze bestaat uit de sociale verzekeringen en de sociale voorzieningen.
Sociale verzekeringen -> werknemersverzekeringen
Sociale voorzieningen -> uitkeringen als de bijstand
Slide 8 - Diapositive
Er zijn twee soorten sociale verzekeringen: werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Collectieve goederen
Dit zijn voorzieningen die voor iedereen bestemd zijn en door de overheid worden betaald.
dijken
scholen
ziekenhuizen
Slide 10 - Diapositive
Waarom zou de overheid de collectieve goederen zelf in eigen hand houden?
Slide 11 - Question ouverte
Particuliere sector
Naast de collectieve sector is de de particuliere sector. Dit zijn alle bedrijven die goederen en diensten verkopen en daar winst mee maken. Ze zijn commercieel.
Slide 12 - Diapositive
Noem minimaal 5 bedrijven uit de particuliere sector.
Slide 13 - Question ouverte
Hoe komt de overheid rond?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Rijksbegroting en miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven vor het komend jaar.
De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën.
Slide 16 - Diapositive
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, is er een
A
begrotingsoverschot
B
begrotingsevenwicht
C
begrotingsaanbod
D
begrotingstekort
Slide 17 - Quiz
Een staatsschuld ontstaat door in de jaren met een begrotingstekort:
A
geld uit te geven
B
geld te lenen
C
geld te sparen
D
geld te hebben
Slide 18 - Quiz
Inkomsten
De belangrijkste inkomsten van de overheid bestaan uit:
kostprijsverhogende belastingen
belasting op inkomen
niet-belastingontvangsten
Slide 19 - Diapositive
Belastingen zijn de grootste inkomstenbron van onze overheid
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Soorten belastingen
Kostprijsverhogend / indirect = bijvoorbeeld BTW
Belasting op inkomen/ direct = bijvoorbeeld inkomstenbelasting
Niet belastingontvangsten zijn bijvoorbeeld:
-verkoop aardgas
-boetes
Slide 21 - Diapositive
Hoeveel verdient de overheid jaarlijks met verkeersboetes denk jij?