Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat heb jij vandaag allemaal geschreven of getypt?
Slide 5 - Carte mentale
Een stelles moet procesgericht in plaats van productgericht zijn.
eens
oneens
Slide 6 - Sondage
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Weet je nog?
Welke fasen doorloop je bij het schrijven van een tekst?
Slide 13 - Diapositive
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Formuleren
Bepalen doel, publiek, tekstsoort
Reviseren
Verzorgen van de tekst
Structureren van de tekst
Verzamelen, selecteren en ordenen inhoud
Slide 14 - Question de remorquage
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Wat is van belang bij een duidelijke opdrachtformulering?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Ken jij de stappen van de taalronde?
Slide 21 - Diapositive
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Stap 8
Vertelronde
Tekst schrijven
Kring vormen
Lijstjes schrijven
Tweetalgesprekken
Voorlezen
Introductie van het onderwerp
Vervolg 'tekstbespreking'
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Welke begeleiding kun je geven tijdens het schrijven?
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Ik vind de feedback van deze leerkracht
Slecht
Matig
Voldoende
Goed
Slide 30 - Sondage
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Starten jullie met de voorbereiding voor de kennisbasis?
Link naar website landelijke kennistoetsen: https://10voordeleraar.nl/kennistoetsen
Slide 37 - Diapositive
"Oh, maar 'aanschouwelijk' is niet zo moeilijk", legt Anne uit. "Dat schrijf je net als 'schouwburg'." GevraagdWelke van de onderstaande uitspraken is juist?
A
Anne past de analogiestrategie toe om tot de juiste schrijfwijze te komen.
B
Anne past de regelstrategie toe om tot de juiste schrijfwijze te komen.
C
Anne past de woordbeeldstrategie toe om tot de juiste schrijfwijze te komen.
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 38 - Quiz
Noah kent alle letters, maar blijft spellend lezen. Welke deelvaardigheid krijgt Noah kennelijk niet onder de knie?