BS 3 Veranderingen in puberteit

BS 3 Veranderingen in puberteit
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

BS 3 Veranderingen in puberteit

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden noemen
- Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Geslachts-kenmerken

Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte aanwezig.
Een intersekse heeft zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken

Slide 3 - Diapositive

Geslachts-kenmerken

Secundaire geslachtskenmerken komen vanaf de puberteit.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hormonen
Hormoonklieren maken hormonen en geven die af aan het bloed.

Hypofyse, eierstokken en teelballen zijn belangrijke hormoonklieren. 

Slide 6 - Diapositive

Hormoonklieren






Geslachtsorganen maken geslachtelijke hormonen

Slide 7 - Diapositive

Jongens
Meisjes
Vanaf de puberteit een hormoon 
hormoon
Hypofyse:
Zaadballen:
Eierstokken:
Afgifte van het hormoon
Testosteron


Secundaire geslachts-kenmerken 
         +   
Productie zaadcellen 
Eicellen rijpen elke maand
en afgifte hormoon
Oestrogeen
 

Secundaire geslachts-kenmerken

Slide 8 - Diapositive

In de puberteit
In de puberteit zorgen hormonen uit de hypofyse ervoor dat:
- Teelballen zaadcellen maken en testosteron aanmaken
- Eierstokken eicellen gaan rijpen en oestrogeen aanmaken.
-> Ook krijg je secundaire geslachtskenmerken

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkeling geslachtsorgaan bij de baby vanaf 6 weken en hangt af van de geslachtschromosomen

Afhankelijk van geslachtschromosomen ontwikkelt een baby een balzak of eierstokken.
Gebeurt in de zesde week van de zwangerschap

Slide 10 - Diapositive

Menstruatiecyclus

Slide 11 - Diapositive

Ovulatie
Gemiddeld wordt één follikel per vier weken rijp.
De rijpe follikel neemt erg veel vocht op. Uiteindelijk barst hij open. Hierbij komt de eicel vrij.
Dit heet de eisprong
(ovulatie).
Uit de overblijfselen
van de follikel ontstaat
het gele lichaam.

Slide 12 - Diapositive

Gele lichaam
Cellen in de wand van de rijpende follikels produceren oestrogenen. Oestrogeen zorgt voor het dikker maken van baarmoederslijmvlies. Na de ovulatie maakt het gele lichaam hormonen die het dikke baarmoederslijmvlies in stand houden.
Wanneer de eicel niet bevrucht is, sterft het gele lichaam af en wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten.   

Slide 13 - Diapositive

Menstruatie
Als de eicel niet is bevrucht, sterft het gele lichaam af en wordt een vrouw ongesteld (menstruatie). Het baarmoederslijmvlies wordt dan niet langer in stand gehouden en wordt gedeeltelijk afgestoten. Dit is gemiddelde vier tot zeven dagen en dan kam een vrouw last hebben van buikkrampen. 

Slide 14 - Diapositive

Menstruatiecyclus

Slide 15 - Diapositive

Bij een zwangerschap blijft het gele lichaam in stand en blijft het baarmoederslijmvlies dikker worden

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak opdr. 1 t/m 8 van basisstof 3. 

Klaar? Maak een schematische tekening van de menstruatiecyclus. (In de vorm van een rondje).

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Lesdoelen gehaald?
- Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn. 
- Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven. 

Slide 19 - Diapositive