3.3 De Griekse cultuur

Nakijken
Opdrachten bij 3.2

6, 8, 12 en 13

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nakijken
Opdrachten bij 3.2

6, 8, 12 en 13

Slide 1 - Diapositive

3.3 De Griekse cultuur

Slide 2 - Diapositive

Zelfstudie
Lees de tekst bij 3.3 per alinea: 

- Welk woord ken je niet?

- Wat is de belangrijkste zin?



Slide 3 - Diapositive

De opdrachten van Herakles

Slide 4 - Diapositive

Grieken en hun goden
Polytheïstisch

Slide 5 - Diapositive

Grieken en hun goden
Polytheïstisch, goden lijken op mensen met goede en slechte eigenschappen.
mythe Verhaal over goden en helden.
orakel Een priester of priesteres die boodschappen van de goden doorgeeft.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

De rol van vrouwen
Vrouwen waren minder belangrijk dan mannen. De vrouw bleef vooral binnen.

Sparta: Mannen vaak weg met het leger. Spartaanse vrouwen hadden daarom veel vrijheid. Veel sporten, want sterke vrouwen krijgen sterke zonen!

Slide 8 - Diapositive

Huizen van de goden
Tempels: Huis van de god / godin

Priesters brengen offers en voeren rituelen uit.

Festivals voor de goden, bijv: De Olympische Spelen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Beelden
De beeldhouwkunst ontwikkelt zich van stijve beelden, naar beelden met meer beweging. De beelden moesten perfect en mooi zijn. Dus ze waren niet zo waarheidsgetrouw. Pas later werden ook rimpels en oneffenheden weergegeven.

Slide 12 - Diapositive

Verklaren met kennis
Verschijnselen verklaren met goden wordt verklaren met kennis. Men gaat op zoek naar logische verklaringen. Feiten verzamelen en conclusies trekken.
wetenschapper Iemand die kennis opdoet door onderzoek te doen.
filosoof Iemand die nadenkt over de mens en de wereld, om deze beter te leren begrijpen

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag

Pak je telefoon

Slide 14 - Diapositive

Atheense vrouwen hadden meer vrijheid dan Spartaanse vrouwen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz


Een filosoof verzamelt feiten en trekt dan conclusies.


A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz


Grieken kwamen bijeen in tempels om te bidden.


A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz


Hippocrates was een Griekse wetenschapper.


A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Mythen waren leuke verhalen, maar ze waren niet belangrijk in het dagelijks leven van Grieken.


A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz


Orakels gaven adviezen van de goden en kregen daarom veel bezoek.



A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz


Vroege Griekse beeldhouwers wilden geen emoties afbeelden.


A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Welk woord weg?
beelden – goden – realistisch – tempels

Slide 22 - Diapositive

Welk woord weg?
filosoof – wetenschapper – kennis – mythen

Slide 23 - Diapositive

Welk woord weg?
Atheense vrouwen – festival – soldaat – Spartaanse vrouwen

Slide 24 - Diapositive

Welk woord weg?
beeldhouwer – offers – Olympische Spelen – orakel

Slide 25 - Diapositive