Blok 2 - Les 01 - Woordsoorten

4M Steunles #1 :
Grammatica woordsoorten
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4M Steunles #1 :
Grammatica woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat het verschil is tussen taal- en redekundig ontleden; 
- hoe je de meest voorkomende woordsoorten kunt benoemen. 

Slide 2 - Diapositive

Grammatica woordsoorten
Deze periode hebben we het over de grammatica. 
Hierbij zijn we begonnen met de woordsoorten. 

Bij grammatica woordsoorten, oftewel taalkundig ontleden, geven we elk woord in de zin een naam. 

Slide 3 - Diapositive

Lidwoord
De woorden de, het en een zijn lidwoorden.

- De en het zijn bepaalde lidwoorden. Hierbij weten we over welk exemplaar van iets we het hebben. 
- Een is het onbepaalde lidwoord. Hierbij kunnen we alle exemplaren van iets bedoelen. 

Slide 4 - Diapositive

Let op!
Als we een uitspreken als één is het geen lidwoord; 

Als bij het woordje het geen zelfstandig naamwoord hoort, is het geen lidwoord. 

Slide 5 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
Op de basisschool hebben we geleerd dat zelfstandige naamwoorden betrekking hebben op mensen, dingen, dieren, planten en bomen. 

We herkennen zelfstandige naamwoorden aan het feit dat: 
- we er meestal een lidwoord voor kunnen zetten; 
- we er meestal een verkleinwoord van kunnen maken; 
- we er meestal een meervoud van kunnen maken. 

Slide 6 - Diapositive

Let op!
- Er is een verschil tussen concrete en abstracte zelfstandige naamwoorden: concrete kun je zien en aanraken, abstracte niet. 

- Ook namen van mensen, bedrijven, instellingen, merken en aardrijkskundige benamingen zijn zelfstandige naamwoorden; we noemen ze eigennamen.

Slide 7 - Diapositive

Bijvoeglijke naamwoorden
Het bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over (een eigenschap van) het zelfstandig naamwoord. 

Er zijn twee vormen van het bijvoeglijk naamwoord: de onverbogen vorm en de verbogen vorm (onverbogen vorm +-e). 

Slide 8 - Diapositive

Werkwoorden
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen of dingen die kunnen gebeuren. 
We onderscheiden verschillende vormen: 
- de persoonsvorm;
- het infinitief;
- het voltooid deelwoord; 
- het onvoltooid deelwoord. 

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Werk nu aan de opdrachten op het oefenblad. 

Slide 10 - Diapositive