H1f week 20

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

dinsdag 17 mei

H1f: les 1 & 2

vandaag

1e lesuur: start ontleden (grammatica)> toets: week 23; do 9 juni

2e lesuur: literatuurtheorie > boek uit: week 22; dinsdag 31 mei

                      start huiswerk grammatica en maken fictieopdracht

                      bij leesfragment

1e lesuur

- start grammatica ontleden (hfdst 1 blz 28)

            > welke onderwerpen & verschil woordsoorten en zinsontleden

            > uitleg vinden persoonsvorm + gezamenlijk lezen theorie

                persoonsvorm en zinsdelen +

            > daarna uitleg & maken opdr 1 blz 29

welke onderwerpen?

zinsdelen + persoonsvorm (pv)

onderwerp (ond)

werkwoordelijk gezegde (wg)

lijdend voorwerp (lv)

meewerkend voorwerp (mv)

bijwoordelijke bepaling (bwb)

woordsoorten <> zinsontleden

 bezit   znw         zww  lw         bvnw           znw   lw       bvnw           vz   lw      znw

Mijn buurvrouw gaf het ondeugende meisje een harde klap met de bezem.  = woordsoorten

           ond                  wg                     mv                                                      lv

Mijn buurvrouw /gaf /het ondeugende meisje/ een harde klap met de bezem/. = zinsontleden

Hoe vind je de pv?

vraagproef: maak de zin vragend > de pv komt vooraan in de zin te staan

tijdproef :  zet de zin van tegenwoordige tijd naar verleden tijd (of andersom) > de pv verandert mee

getalproef: zet de zin van enkelvoud naar meervoud (of andersom) > de pv verandert mee

voorbeelden

vraagproef: Zij heeft een cadeau gekregen > Heeft zij een cadeau gekregen?

tijdproef: Hij was van zijn fiets gevallen > Hij is van zijn fiets gevallen.

getalproef: De postbode zou langs zijn geweest > De postbodes zouden langs zijn geweest. Let op: ook het onderwerp verandert hier mee!

aan de slag!

in tweetallen maken opdracht 1 blz 29

          klaar: start huiswerk morgen:

          maken opdr 2 blz 29 > neem de zinnen over + 

lezen theorie blz 28

nakijken opdr 1 + zinsdeelproef

- bespreken (en nakijken) opdracht 1 blz 29

         - uitleg zinsdeelproef

zinsdeelproef

                                            pv

/Op de markt in Soest /gaf/ Marietje/haar vriendje/ plotseling/ een smakkende kus op zijn mond./

Hoeveel zinsdelen?

Hoeveel zinnen kun je dus maken met dezelfde zinsdelen?

huiswerk morgen

lezen theorie blz 28 + maken opdr 2 blz 29 > 

neem de zinnen over 

2e lesuur

-  start huiswerk grammatica morgen: maken opdr 2 blz 29 > neem de zinnen

    over in je schrift (10 minuten; individueel)

- in tweetallen: lezen fragment 'Omgeruild' op blz 207/208 en beantwoord de

  vragen die op het bord staan

uitleg: tijd (hand-out blz 5)

chronologisch ( A, B, C, D, E..........)

flashback (je wordt als lezer meegenomen naar het verleden)

versnellen (onbelangrijke dingen worden overgeslagen)

vertragen (belangrijke gebeurtenissen worden heel nauwkeurig besproken) = spannend!

maken huiswerk

lezen theorie blz 28 + 

maken opdr 2 blz 29 > neem de zinnen over 

fictiefragment 

 in tweetallen: lezen fragment 'Omgeruild' op blz 207/208 

en beantwoord de

  vragen die op het bord staan

vragen bij tekstfragment 'Omgeruild' blz 207

1. Bij welke twee personen ligt het perspectief?

2. Welk verhaalsoort (genre) zal het boek zijn?

3. Is dit fictie of non-fictie?

4. Noem een of meerdere open plekken in dit fragment

5. Wat kan je voor beide hoofdpersonen zeggen over hun karakter? (innerlijk)

6. Is er sprake van vertraging of versnelling in dit fragment? Waar?

woensdag 18 mei

H1f: les 3

vandaag

- filmpje zinsdeelproef

- nakijken bespreken grammatica opdracht 2 blz 29

- gezamenlijk doen startopdracht grammatica hfdst 2 blz 58 > Onderwerp

- start huiswerk: maken grammatica hfdst 1 opdr 3 blz 29

                                                + grammatica hfdst 2 opdr 1 blz 58

             klaar: verder met fictie-opdracht 'omgeruild' blz 207/208

            

nakijken huiswerk

nakijken grammatica hfdst 1 

hfdst 2: het onderwerp

startopdracht + theorie onderwerp ( blz 58)

hoe vind je het onderwerp?

- wie/wat + persoonsvorm

- getalproef: verander de pv van getal (enkelvoud <> meervoud)

                          en het onderwerp moet dan mee veranderen van

                          getal

Start met huiswerk

maken grammatica hfdst 1 opdr 3 blz 29 +

                                          hfdst 2 opdr 1 blz 58 + 

             (af)maken fictie-opdracht 'omgeruild' blz 207/208 >

             noteer de vragen (die staan niet in SOM)

vragen bij tekstfragment 'Omgeruild' blz 207

1. Bij welke twee personen ligt het perspectief?

2. Welk verhaalsoort (genre) zal het boek zijn?

3. Is dit fictie of non-fictie?

4. Noem een of meerdere open plekken in dit fragment

5. Wat kan je voor beide hoofdpersonen zeggen over hun karakter? (innerlijk)

6. Is er sprake van vertraging of versnelling in dit fragment? Waar?

donderdag 19 mei

H1f: les 4

vandaag

- bespreken huiswerk: fictiefragment (blz 207) & grammatica hfdst 1 opdr 3 blz 29 + hfdst 2

   opdr 1 blz 58  

-  6 zinnen van opdracht 2 hfdst 1 > noteer het onderwerp in elke zin.> bespreken antwoorden

- uitleg werkwoordelijk gezegde > daarna zinsdelenopdracht doen

Huiswerk: maken grammatica hfdst 2 opdr 2 + 3 blz 59 (huiswerk) + verder lezen in leesboek

nakijken & bespreken huiswerk

fictiefragment (blz 207) & 

grammatica hfdst 1 opdr 3 blz 29 + 

                          hfdst 2 opdr 1 blz 58  

vragen bij tekstfragment 'Omgeruild' blz 207

1. Bij welke twee personen ligt het perspectief?

2. Welk verhaalsoort (genre) zal het boek zijn?

3. Is dit fictie of non-fictie?

4. Noem een of meerdere open plekken in dit fragment

5. Wat kan je voor beide hoofdpersonen zeggen over hun karakter? (innerlijk)

6. Is er sprake van vertraging of versnelling in dit fragment? Waar?

antwoorden bij tekstfragment 'Omgeruild' blz 207

1. Pum en Yannick (gedachtes en gevoelens van hoofdpersoon)

2. jeugdboek of YA-boek (Young Adult)

3. fictie (verzonnen)

4. Hoe kunnen ze omgeruild zijn in het ziekenhuis, waarom op hun 13e pas vertellen?

5. Wat kan je voor beide hoofdpersonen zeggen over hun karakter? Pum: stoer, boos, sportief, prater, extravert

Yannick: verbaasd, creatief, verlegen, zwijger, introvert

6. versnelling: ...ik heb de hele nacht liggen huilen (3e alinea), onderweg naar huis (15e regel van boven, blz 208)

    vertraging: ...We gingen naar buiten en zijn gewoon.....(10e regel van boven)

6 zinnen opdracht 2 blz 29

Bekijk de zes zinnen van opdracht 2 hfdst 1  blz 29 > 

noteer het onderwerp in elke zin > 

pas getalproef toe of wie/wat + persoonsvorm

> daarna bespreken antwoorden

werkwoordelijk gezegde (wg) blz 88

wg = alle werkwoorden in een zin, inclusief de pv.

                                                      wg                                        wg            wg

B.v. Dat verkeersongeluk/ had /heel verkeerd /kunnen /aflopen.

zinsdeelopdracht met kaartjes

uitleg & uitvoering

huiswerk dinsdag

verder lezen in leesboek

maken grammatica hfdst 2 opdr 2 + 3 blz 59