woensdag 20 januari

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hausaufgaben Deutsch

* maak voor woensdag de online toets van Kapitel 3 (dus iedereen) Dit is in plaats van de echte toets.

* leer de aantekeningen van in/ nach / zu + maken oef 41/43/44

Ziel heute

* vragen stellen over de oefentoets/K3

*herhalen in/nach/zu + toepassen.

*neuneinhalb met vragen tussendoor beantwoorden. (luisteren, uitspraak, lezen en woordenschat)

Alle drie de voorzetsels geven hier een richting aan: je gaat ergens naartoe.

*Het voorzetsel zu gebruik je als je naar een persoon/winkel toegaat.

*Het voorzetsel nach gebruik je bij landen en plaatsaanduidingen zonder lidwoord en richtingen bijv. naar links

*Het voorzetsel in gebruik je bij landen met lidwoord.

*Het voorzetsel in gebruik je ook vaak bij gebouwen waar je naar binnen gaat.

Vaste uitdrukkingen

Ich gehe nach Hause en (ik ga naar huis) en

Ich bin zu Hause (ik ben thuis)

Imani geht im Juli ______ Italien

1. nach
2. zu
3. in

Morgen muss ich ..... dem Zahnarzt.

1. nach
2. in
3. zu
4. gegen

Vul in: nach Hause, zu Hause
Sabine geht ... (naar huis).

1. nach Hause
2. zu Hause

Wir fahren ... die Schweiz.

1. nach
2. zu
3. in

Ist es noch weit ... dem Freizeitpark?

1. nach
2. zu
3. in

Nein, ... rechts.

1. nach
2. zu
3. in

Vul in: nach Hause, zu Hause
Tim bleibt ... (thuis).

1. nach Hause
2. zu Hause

Das Flugzeug drehte plötzlich ... links.

1. zu
2. an
3. in
4. nach

Wann gehst du [naar] Oma?

1. nach
2. zu
3. in

Ich gehe heute ... das Kino

1. in
2. nach
3. zu
4. an

schrijf de 6 uitgangen op van de v.t van de modaalww. (komma + spatie tussen de antwoorden)

Hausaufgaben 21 Januar

*Lees de 5 tekstjes hieronder. slide 18 t/m 22. Geef het antwoord A,B,C,D en geef ook aan waar/hoe je het antwoord hebt gevonden. Dus schrijf dat ook op zodat we tijdens de les wat tempo hebben ipv nog te moeten  zoeken.

* maak de oefeningen wb blz 118 41/43 en 44 (heb het morgen bij de hand)

*vandaag de mensen de online toets afmaken laatste kans.