3V UITERLIJK + KARAKTER-oud

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

La tarea
  1. Presenteren: digitaal 6 mensen presenteren (googleslide/ pp/ etc.) + uit hoofd 5 zinnen zeggen over 6 personen (dus totaal 30 zinnen). 
  2. Wie is wie boekje met mensen uit Spaanstalige wereld (sport/ entertainment/ kunst). 6 personen omschrijven in totaal 5 zinnen (dus totaal 30 zinnen). Binnen 1 thema blijven. 
  3. Filmpje (van je gezin/ op straat/ vrienden/ etc.). Minimaal 6 personen beschrijven in 5 zinnen per persoon (dus totaal 30 zinnen). Vorm zelf bedenken. 


Inleverdatum: ______________________

Slide 2 - Diapositive

Las condiciones

Trabajar en duos de dos personas.


Je moet de opdracht met voldoende hebben afgesloten om een VOLDAAN te kunnen krijgen.


Niet voldaan? Dan zal je nog een extra opdracht moeten maken.

Slide 3 - Diapositive

TT Hoe beschrijf ik het uiterlijk?
3 werkwoorden:
- Ser (zijn)
- Tener (hebben)
- Llevar (dragen)
Deze werkwoorden gebruik je in standaard combinaties. Vertaal eerst de woorden om mensen van uiterlijk te omschrijven op de  volgende slide (ejercicio 9 uit je werkboekje)

QUIZLET  vocabulario - LEER DE WOORDJES

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Let op...
Je hebt natuurlijk verschillende kleuren ogen, dus bij "tiene los ojos ..." kun je daarna zelf de juiste kleur aangeven (wel in meervoud natuurlijk)

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf per persoon het uiterlijk TT

Schrijf de zinnen in je werkboekje.

--> 2 zinnen per persoon.


Vb. Alex tiene el pelo oscuro y largo. Alex lleva gafas negras.

FAMILIA MODERNA

Slide 7 - Diapositive

Videos TT
VIDEO : Hoe ziet Gloria er uit in dit fragment?

VIDEO : Hoe zien Mitchell en Cameron er uit in dit fragment? (tot 1.00 min)

Schrijf dit op in je werkboekje

Slide 8 - Diapositive

TT Ejercicio 5, 6, 7, 8, 10, 11.
Ejercicio 1, 2, 3, 4 

Slide 9 - Diapositive

Hoe beschrijf ik het karakter?
Gaat altijd samen met het werkwoord SER omdat het een vaste karaktereigenschap is.

QUIZLET vocabulario - LEER DE WOORDJES

Slide 10 - Diapositive

Clasifica y traduzca estos adjetivos en cualidades y defectos y escribe la traducción .
Verdeel en vertaal deze eigenschappen in goede en slechte eigenschappen en geef de vertaling. --> Schrijf dit op in je werkboekje

TT
Alegre – Amable – Curioso/a – Divertido/a – Egoísta – Generoso/a – Gracioso/a – Honesto/a – Inteligente – Listo/a – Loco/a – Modesto/a – Nervioso/a – Ordenado/a – Optimista – Orgulloso/a – Paciente – Pesado/a – Pesimista – Severo/a – Simpático/a – Sincero/a – Tímido/a – Tonto/a – Tranquilo/a – Vago/a – Antipático/a – Callado/a – Deportista – Mentiroso/a – Responsable – Empollón/ Empollona – Chivato/a – Tacaño/a – Cabezota – Desordenado/a – Romántico/a – Aburrido/a

Slide 11 - Diapositive

Unos videos TT
VIDEO : Welke karakter eigenschap vertonen Haley en haar vader Phil?

VIDEO : Welke karakter eigenschap vertoont Alex?

VIDEO : Welke karakter eigenschap vertonen Mitchell y Camaron?


Schrijf dit op in je werkboekje

Slide 12 - Diapositive

TT Ejercicio 1, 2, 3, 4.
Ejercicio 1, 2, 3, 4 

Slide 13 - Diapositive

TT Beschrijf het karakter en geeft de vertaling van de karaktereigenschap.
--> 1 ZIN PER PERSOON, MEER MAG ALTIJD!

vb. Phill es gracioso
  1. Claire is ...
  2. Haley is...
  3. Alex is ...
  4. Luke is ...
  5. Joey is ...
  6. Jay is ...
  7. Gloria is ...
  8. Manny is ...
  9. Joe is ...
  10. Mitchell is ...
  11. Cameron is ...
  12. Lilly is ...


Schrijf dit op in je werkboekje

Slide 14 - Diapositive