Woensdag 11 oktober

Woensdag 11 oktober

Welkom

Als je het maandag niet af had, lever je nu het huiswerk in: ''Insecten op je bord''. 

Voorlezen 

Wat gaan we doen? 

Leerwerk voor de toets bespreken

Herhaling tekstverbanden + signaalwoorden

Aan de slag met een opdracht

Leerwerk toets lezen H1

Leren P2: je moet de stappen kennen van het stappenplan lezen

Leren P3: je kent de 3 woorddelen. Je weet wat ont, mis, loos, zaam, baar en her betekent.

Leren P4: Je kent de 4 tekstverbanden. Je kent de signaalwoorden en je weet bij welke tekstverbanden ze horen. 

Oefenen: online trainen en maak oefentoetsen!!!

Aan de slag

Kies of je meedoet met de herhaling van tekstverbanden en signaalwoorden

OF ga zelfstandig aan de slag met P4 opdracht 7.

Herhaling signaalwoorden en tekstverbanden

Een signaalwoord is een woord wat 2 zinnen aan elkaar plakt.

Een signaalwoord geeft een verband tussen twee 2 zinnen of een alinea. 

Signaal = seintje, teken, let op of een alarm. 

Signaalwoord in een tekst betekent: let op, er komt nu een uitleg.

Voorbeeld

Sietske heeft haar huiswerk gemaakt. Ze is het huiswerk vergeten.

Hoe kan ik deze zinnen aan elkaar plakken?

Welke 4 tekstverbanden zijn er?

Tegenstellend - geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaar tegenovergestelde zijn

Chronologisch - als gebeurtenissen volgens bepaalde tijdsvolgorde gebeuren

opsommend - zaken die bij elkaar horen en na elkaar worden genoemd

Toelichtend - er wordt extra informatie gegeven over een onderwerp

Oefening: schrijf het signaalwoord op en het tekstverband

1: Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, ten eerste zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.

2: Lieneke Dijkzeul schrijft goede boeken, zoals Dagen van Schaamte.

3: Mark houdt van appels, peren en sinaasappels.

4: Om te beginnen start ik de les altijd met een gedicht.

5: Mira is gek op allerlei onderdelen van de Nederlandse taal, hoewel ze het toch best lastig vindt.

Antwoorden

1: Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, eerst zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen. Chronologisch 

2: Lieneke Dijkzeul schrijft goede boeken, zoals Dagen van Schaamte. Toelichtend

3: Mark houdt van appels, peren en sinaasappels. Opsommend

4: Om te beginnen start ik de les altijd met een gedicht. Opsommend

5: Mira is gek op allerlei onderdelen van de Nederlandse taal, hoewel ze het toch best lastig vindt. Tegenstellend

Wat zijn de 4 tekstverbanden?

Noem bij ieder tekstverband een signaalwoord.

Aan de slag

Maken P4 opdracht 7. Zorg dat je alle vragen invult. 

Kijk na als je klaar bent. (Antwoordblad op bureau)

Klaar? Online trainen en/of oefentoetsen maken