Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Open je schrift bij je gemaakte opdrachten
§6Feit, mening, standpunt en argument
les 2
Voordat we beginnen:
Cursus 1 Meer dan lezen
Slide 1 - Diapositive
Toetsweek
Datum: vrijdag 28 juni 1e uur
Wat: Leestoets
Inhoud:
3 vragen over de theorie van §5 en 6
12 vragen over een tekst.
Je krijgt nog een samenvatting met alle theorie die je moet kennen.
Slide 2 - Diapositive
Je kan feiten, meningen, standpunten en argumenten herkennen
Je kan onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Je kan argumenten formuleren.
Lesdoelen
Slide 3 - Diapositive
In deze les:
Bespreken opdracht 1 en 2.
Maken opdracht 4 t/m 5
Gezamenlijk afronden.
Slide 4 - Diapositive
1. Wat is het onderwerp van
tekst 1?
Verplichte EHBO-cursus
Slide 5 - Diapositive
2. Wat voor soort tekst is tekst 1?
A
artikel op een website
B
ingezonden brief
C
reclametekst
Slide 6 - Quiz
3. Vanaf november 2018 is het in Brussel verplicht om bij je rijbewijs óók een EHBOcursus te volgen (al. 1)
Deze uitspraak kun je wel/niet controleren en is dus een feit/mening.
Deze uitspraak kun je wel controleren en is dus een feit.
Slide 7 - Diapositive
4. De schrijver van de tekst vindt de verplichte EHBO-cursus een
A
goed plan
B
slecht plan
Slide 8 - Quiz
5. Wat staat er in alinea 3? Kies uit: een feit – mening – een feit en een mening.
een feit en een mening
(3) Volgens het Rode Kruis is het halen van een EHBOcertificaat bij het rijbewijs belangrijk, omdat de eerste vier minuten na een ongeval cruciaal zijn. Hoe eerder ingegrepen wordt bij verwondingen, hoe sneller het herstel.
Slide 9 - Diapositive
6. Aan welk woord herken je de mening in alinea 3? Kies uit: vind – volgens.
volgens
(3) Volgens het Rode Kruis is het halen van een EHBOcertificaat bij het rijbewijs belangrijk, omdat de eerste vier minuten na een ongeval cruciaal zijn. Hoe eerder ingegrepen wordt bij verwondingen, hoe sneller het herstel.
Slide 10 - Diapositive
7. Van wie krijg je de mening in alinea 3? Kies uit: de schrijver – het Rode Kruis.
het Rode Kruis.
(3) Volgens het Rode Kruis is het halen van een EHBOcertificaat bij het rijbewijs belangrijk, omdat de eerste vier minuten na een ongeval cruciaal zijn. Hoe eerder ingegrepen wordt bij verwondingen, hoe sneller het herstel.
Slide 11 - Diapositive
8. Wordt er een argument gebruikt in alinea 3? Kies uit: wel een argument – geen argument.
wel een argument
(3) Volgens het Rode Kruis is het halen van een EHBOcertificaat bij het rijbewijs belangrijk, omdat de eerste vier minuten na een ongeval cruciaal zijn. Hoe eerder ingegrepen wordt bij verwondingen, hoe sneller het herstel.
Slide 12 - Diapositive
9. Kies de juiste antwoorden.
De laatste zin van alinea 3 kun je wel/niet controleren.Deze zin is dus een feit/mening.
Deze uitspraak kun je wel controleren en is dus een feit.
Slide 13 - Diapositive
10. Aan welk woord in alinea 4 herken je de mening van Jos?
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 14 - Diapositive
10. Aan welk woord in alinea 4 herken je de mening van Jos?
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 15 - Diapositive
11. Noteer de mening van Jos uit alinea 4.
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 16 - Diapositive
11. Noteer de mening van Jos uit alinea 4.
Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen.
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 17 - Diapositive
12. Aan welk woord herken je het argument bij de mening van Jos in alinea 4?
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 18 - Diapositive
12. Aan welk woord herken je het argument bij de mening van Jos in alinea 4?
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 19 - Diapositive
13. Noteer het argument dat Jos geeft bij zijn mening in alinea 4.
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, want we lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 20 - Diapositive
13. Noteer het argument dat Jos geeft bij zijn mening in alinea 4.
(4) Ik vind dat we in Nederland echt aan het werk moeten om het EHBO-diploma te halen, wantwe lopen flink achter op andere landen. Onder andere in Duitsland is het al jaren gebruikelijk dat je tijdens je rijlessen ook een EHBO-cursus bijwoont. Daarom heeft 80 procent van de Duitse bevolking een EHBO-diploma. In Noorwegen is dat zelfs 95 procent!
Slide 21 - Diapositive
14. Het woord ‘hele’ (al. 5) staat tussen aanhalingstekens. Hoe bedoelt de schrijver dit?
A
Figuurlijk: hij vindt het belachelijk weinig
B
Letterlijk: hij wil aangeven dat het precies 3 procent is.
Slide 22 - Quiz
15. Noteer de twee meningen van ‘de Nederlandse bevolking’ uit alinea 6.
Duurt nog even …
(6) Uit recentelijk onderzoek van Livis (EHBO-opleider) blijkt dat 40% van de Nederlandse bevolking vindt dat iedereen een EHBO-diploma zou moeten hebben.
Ook vindt de bevolking dat dit verplicht zou moeten worden gesteld door de overheid. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er ook Kamervragen gesteld, maar de invoering van een verplichte EHBO-cursus in Nederland lijkt voorlopig nog ver weg … helaas.
Slide 23 - Diapositive
15. Noteer de twee meningen van ‘de Nederlandse bevolking’ uit alinea 6.
Duurt nog even …
(6) Uit recentelijk onderzoek van Livis (EHBO-opleider) blijkt dat 40% van de Nederlandse bevolking vindt dat iedereen een EHBO-diploma zou moeten hebben.
Ook vindt de bevolking dat dit verplicht zou moeten worden gesteld door de overheid. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er ook Kamervragen gesteld, maar de invoering van een verplichte EHBO-cursus in Nederland lijkt voorlopig nog ver weg … helaas.
Slide 24 - Diapositive
16. Bekijk je antwoord op vraag 15. Vindt de hele Nederlandse bevolking dit?
nee
Duurt nog even …
(6) Uit recentelijk onderzoek van Livis (EHBO-opleider) blijkt dat 40% van de Nederlandse bevolking vindt dat iedereen een EHBO-diploma zou moeten hebben.
Ook vindt de bevolking dat dit verplicht zou moeten worden gesteld door de overheid. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn er ook Kamervragen gesteld, maar de invoering van een verplichte EHBO-cursus in Nederland lijkt voorlopig nog ver weg … helaas.
Slide 25 - Diapositive
17. Kies de juiste antwoorden.
Jos en het Rode Kruis zijn het wel / niet eens met elkaar over het halen van een EHBO-diploma. Je kunt dat goed lezen in alinea(’s) 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / 6 / 7
Jos en het Rode Kruis zijn het wel eens met elkaar over het halen van een EHBO-diploma. Je kunt dat goed lezen in alinea(’s) 2 / 5
Slide 26 - Diapositive
18. Jos heeft er geen vertrouwen in dat de overheid verantwoordelijkheid gaat nemen. In wie heeft Jos meer vertrouwen als het gaat om het aanbieden van EHBO-cursussen?
scholen
Uit alinea 7 "Maar er is ook goed nieuws! Er zijn steeds meer scholen die de cursus aanbieden aan hun leerlingen. "
Slide 27 - Diapositive
Wat is jouw standpunt bij de stelling: Iedereen moet zijn EHBO-diploma halen bij zijn rijbewijs. Leg je mening uit met een argument.
Slide 28 - Question ouverte
2. Wat betekenen de volgende woorden uit tekst 2? Maak de juiste combinaties.
reanimeerde (al.1) beademde, weer tot leven wekken
voornamelijk (al.3) in het bijzonder
defibrillator (al.3) een apparaat waarmee het hartritme hersteld kan worden
onverschillig (al.4) ongeïnteresseerd
relatief (al.5) vergeleken met andere dingen
investering (al.5) dat wat je nodig hebt om iets te bereiken
Slide 29 - Diapositive
Wat?
Cursus 1 §6 Feit, mening, standpunt en argument. Opdracht 4 en 6 op bladzijde 42-44\
5 is alleen online te maken
Hoe?
Zelfstandig. Werk de antwoorden uit in je schrift.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de uitleg op blz. 39
Tijd
vijtien minuten.
Waarom?
Om te oefenen voor de leestoets in de toetsweek.
Klaar?
Werk verder aan opdracht 7 op blz. 45.
Oefenen
timer
10:00
Slide 30 - Diapositive
Je hebt de stof van Lezen periode 1 herhaald.
Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.
Je kunt bepalen wat de kernzin van een alinea is.
Lesdoelen
Slide 31 - Diapositive
Tegenstellend verband
Chronologisch verband
Opsommend verband
Toelichtend verband
Lisanne miste haar trein, maar kwam toch op op tijd voor haar sollicitatiegesprek
Eerst moet het gehakt bakken, daarna de groenten toevoegen en dan kan de saus worden gemaakt.
Ik heb een kat, konijn, hamster en een hond.
Ellie had de inbraak bij de buren niet gehoord. Ze sliep namelijk niet thuis.
Ik speel elk weekend games, zoals GTA, Fifa en Mario Kart.
"Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor."
Slide 32 - Question de remorquage
Iets wat waar is of onwaar en wat je kunt controleren.
Iets wat iemand vindt en waarmee je het eens of oneens kunt zijn.