Les 8 Bijzondere meervoudsvormen

Bijzondere meervoudsvormen
Doel:
Je leert dat sommige woorden een bijzonder meervoud hebben en hoe je ze moet schrijven. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bijzondere meervoudsvormen
Doel:
Je leert dat sommige woorden een bijzonder meervoud hebben en hoe je ze moet schrijven. 

Slide 1 - Diapositive

Lees de tekst op het bord. Welke twee zelfstandige naamwoorden in het meervoud zie je?

Slide 2 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden?
Windstoten met snelheden van 130 km/u

Slide 3 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden?
Musici protesteren tegen bezuinigingen kabinet

Slide 4 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden?
Nooit meer verstopte poriën dankzij nieuw wondermiddel

Slide 5 - Question ouverte

Welke zelfstandig naamwoorden?
Schepen in moeilijkheden door harde wind

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Belangrijk!
De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een meervoud op -en of -s (zie les 7). 
Sommige woorden hebben een bijzondere meervoudsvorm
In deze les:
  • woorden met -ie, woorden met -ee, woorden met -heid of -lid aan het eind. 
  • Meervouden met -eren en meervouden met -ici

Slide 8 - Diapositive

Woorden die eindigen op -ee schrijf je in het meervoud met 
-eeën.
bv. idee - ideeën en fee - feeën

Slide 9 - Diapositive

Bij sommige woorden verandert de klinker:
  • heid > heden, bv. moeilijkheid - moeilijkheden
  • lid > leden, bv. gezinslid - gezinsleden

stad - steden
schip - schepen

Slide 10 - Diapositive

Sommige meervoudsvormen schrijf je met -eren:

lam - lammeren
ei - eieren
kind - kinderen
blad - bladeren (aan een boom)
rund - runderen

Slide 11 - Diapositive

Nog meer bijzondere meervoudsvormen:
-icus > ici, bv. musicus - musici en technicus - technici

koe - koeien

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

En nu ga je zelf aan de slag!!

Je maakt opdracht 8, 10, 11, 12 en 13

Als je klaar bent kun je het nakijken! Het antwoordblad vind je in Magister Learn. 

Slide 14 - Diapositive