spreekwoorden opzoeken

spreekwoorde en gezegdes
Vandaag gaan we weer spreekwoorden en gezegdes opzoeken.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Basisschool

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

spreekwoorde en gezegdes
Vandaag gaan we weer spreekwoorden en gezegdes opzoeken.

Slide 1 - Diapositive

letterlijke of figuurlijke taal
De aap een een banaan. Dat is meestal letterlijke taal, je ziet een aap een banaan eten.

Slide 2 - Diapositive

letterlijk of figuurlijk
Dat is een wolf in schaapskleren.
( dat is iemand die aardig lijkt, maar heel gemeen is)
Dat is figuurlijke taal, mensen bedoelen iets anders dan wat ze zeggen.

Slide 3 - Diapositive

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent, je bent te laat voor het eten en alles is op.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

In de plaat zoeken
je mag met je schoudermaatje spreekwoorden opzoeken op de plaat.
je zoekt bv. een dier en kijkt in het spreekwoordenboek of je daar een spreekwoord bij kan vinden.

Slide 6 - Diapositive

hoe gaat het ook al weer?

ik zie 10 vogels, ik zoek het woord vogels op,
Er staat in het woordenboek: Beter 1 vogel in de hand dan 10 in de lucht.
De betekenis staat er achter:

Slide 7 - Diapositive

Spreekwoorden

Slide 8 - Diapositive

zoeken maar
Probeer zoveel mogelijk spreekwoorden te vinden en noteer ook de betekenis!
veel plezier!!

Slide 9 - Diapositive

spreekwoorden en gezegdes

Slide 10 - Carte mentale

heb je wel eens gehoord van spreekwoorden?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Uitdrukkingen en spreekwoorden hebben een figuurlijke betekenis.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Op het schilderij staan er ook heel wat spreekwoorden. Wat betekent 'draaien als een tol'?
A
heel snel ronddraaien
B
heel snel dansen
C
duizelig zijn
D
ballet dansen

Slide 13 - Quiz

Spreekwoorden:
het is een pot nat

Slide 14 - Question ouverte

Spreekwoorden:
in de wolken zijn

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf in drie minuten zoveel mogelijk spreekwoorden op.

Slide 16 - Question ouverte