Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Herhalen
Planten
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Fotosynthese
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Licht
Glucose
Slide 4 - Question de remorquage
Waar of niet waar. In alle groene delen van een plant kan fotosynthese plaats vinden?
A
Waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Bij de fotosynthese in planten wordt water verbruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Twee processen in een plant zijn: 1 . glucose wordt gevormd uit onder andere koolstofdioxide 2. glucose wordt omgezet in onder andere koolstofdioxide Welke van deze twee processen vindt plaats in de wortels van een plant?
A
proces 1
B
proces 2
C
processen 1 en 2
Slide 10 - Quiz
Bij de verbranding in organismen wordt zuurstof verbruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
in de cellen van welke organismen vindt er verbranding plaats?
A
dieren en planten
B
dieren, planten en schimmels
C
dieren, planten, schimmels en dode bladeren
D
in alle levende organismen
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
organisch
anorganisch
eiwitten
koolstofdioxide
zetmeel
cellulose
nitraat
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Houtvaten
Bastvaten
Vervoer Water / mineralen
Vervoer energierijke stoffen
Slide 18 - Question de remorquage
Houtvaten
Bastvaten
Slide 19 - Question de remorquage
houtvaten
Bastvaten
Slide 20 - Question de remorquage
Waar in de plant komen vaatbundels voor?
A
Alleen in de stengels
B
Alleen in de wortels en in de stengels
C
Alleen in de stengels en in de bladeren
D
In de wortels, in de stengels en in de bladeren en bloemen
Slide 21 - Quiz
De vaatbundels van een plant bestaan uit houtvaten en bastvaten. De houtenvaten vervoeren ...
A
water en energierijke stoffen
B
water en opgeloste mineralen
C
vloeistoffen
D
glucose
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Een vleesetende plant groeit vaak op voedingsarme bodem. Zij heeft voedingsstoffen uit haar prooi nodig voor bijvoorbeeld de vorming van cytoplasma. Om welk soort voedingsstoffen gaat het hier?
A
water
B
eiwitten
C
mineralen
D
zuurstof
Slide 24 - Quiz
vlasdraden worden gemaakt van vlasplanten. Vlasdraden zijn lang, hard en taai. Welke delen van de vlasplanten gebruikt men om de draden te maken: delen met veel reservestoffen, delen met veel vaatbundels of delen met veel wortelharen?
A
met veel reservestoffen
B
met veel vaatbundels
C
met veel wortelharen
D
alle delen
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Het mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem
A
Stamper
B
Kelkblad
C
Kroonblad
D
Meeldraad
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Bij welke getallen is zelfbestuiving zichtbaar?
A
1, 4 en 7
B
2, 3 en 8
C
2, 3, 5 en 8
D
2, 3, 5, 6 en 8
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem
Slide 33 - Question de remorquage
Slide 34 - Diapositive
Kijk goed! Heeft hier bestuiving plaatsgevonden? Heeft hier bevruchting plaatsgevonden?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
geen bestuiving, wel bevruchting
D
geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Bij ongeslachtelijke voortplanting heb je twee planten nodig
A
Waar
B
Niet waar
Slide 39 - Quiz
Je ziet een lelietje-van-dalen, Kan het lelietje-van dalen zich ongeslachtelijk voortplanten? Kan het lelietje-van dalen zich geslachtelijk voortplanten?
hint
Zie je een bloem/zaad/vrucht? Dan is het geslachtelijk
Zie je wortelstokken/uitlopers/stekken/knol/bol? Dan is het ongeslachtelijk
A
ja, ongeslachtelijk en
ja, geslachtelijk
B
ja, ongeslachtelijk en
nee, niet geslachtelijk
C
nee, niet ongeslachtelijk en
ja, geslachtelijk
D
nee, niet ongeslachtelijk en
nee, niet geslachtelijk
Slide 40 - Quiz
Een onbekende plant wordt bestudeerd. De plant bloeit, maakt zaad en gaat dood. Alleen de zaden overleven. Deze plant is een....