Thema 5: vakantie H2 spelling en grammatica les 1

Thema 5: vakantie 
H2 spelling en grammatica les 1
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 5: vakantie 
H2 spelling en grammatica les 1

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
* Jij kan na de theoretische uitleg leestekens in de zin plaatsen

Slide 2 - Diapositive

Leestekens
Leestekens zijn tekens die je helpen om zinnen goed te lezen. 
Bijvoorbeeld de komma en dubbele punt.

De komma ( , ) en dubbele punt ( : ) geven aan dat je even moet pauzeren tijdens het lezen van een zin. 



Slide 3 - Diapositive

De komma
Je plaatst deze tussen twee persoonsvormen die naast elkaar in de zin staan. 

- Als het meisje zwemt, voelt zij zich gelukkig. 

Slide 4 - Diapositive

Waar moet de komma?
Wanneer ik aan mijn vakantie denk kan ik niet stoppen met lachen.

Slide 5 - Diapositive

De Komma
Je plaatst een komma bij een opsomming. Een opsomming betekent dat er meerdere dingen na elkaar worden genoemd.
 
- Francien gaat naar Spanje, Frankrijk of Italië

Slide 6 - Diapositive

Waar moeten de komma's?
In de auto draaien wij popmuziek rockmuziek techno en housemuziek.

Slide 7 - Diapositive

De Komma
Je plaats een komma voor een voegwoord.
Voorbeelden voegwoorden zijn: omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus.

- Ik wil graag de Eiffeltoren beklimmen, maar hij is helaas gesloten.

Slide 8 - Diapositive

Waar moet de komma?
Mijn moeder gaat naar Spanje omdat haar beste vriendin daar woont.

Slide 9 - Diapositive

Dubbele punt
 Je plaatst een dubbele punt voor een opsomming

- Ik neem veel spullen mee op studiereis: mijn lesboek, een toilettas, mijn gymschoenen en een trui.

Slide 10 - Diapositive

Waar moet de dubbele punt?
Een reisleider doet van alles excursies organiseren, hotelkamers boeken, rondleidingen verzorgen en problemen van gasten oplossen.

Slide 11 - Diapositive

Dubbele punt
Je plaatst ook een dubbele punt als je uitleg geeft bij iets wat je eerder in de zin hebt gezegd.

-Mijn paspoort is beschadigd: ik heb hem in het water laten vallen.

Slide 12 - Diapositive

Waar moet de dubbele punt?
De excursie gaat niet door het museum is onverwachts gesloten.

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
Boek: Opdracht 1 t/m 7 (vanaf blz. 121)

Slide 14 - Diapositive

Afsluiten
Heeft iedereen de opdrachten goed kunnen maken?
Weet je nu waar je een komma of dubbele punt in de zin zet?
Was de les duidelijk?
Zijn er nog tips?

Slide 15 - Diapositive