6.2 fascisme en nationaalsocialisme

6.2 Fascisme en  nationaalsocialisme
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.2 Fascisme en  nationaalsocialisme

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Hoe kregen de totalitaire ideologieën fascisme en nationaalsocialisme vorm in Italië en Duitsland?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het fascisme oorzaken
  • genoegen nemen met minder na WO I
  • economisch ging het slecht
=
grote stakingen en demonstraties van communisten
> zwarthemden bestreden de communisten en stakers > wilden één sterke leider aan de macht.
1922 Zwarthemden plegen staatsgreep
In het midden zie je Benito Mussolini (met rood/gele band om zijn zwarte hemd). Hij viert hier samen met zijn aanhangers, de zwarthemden, de machtsovername in Italië in 1922.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het fascisme

Mussolini ontwikkelt het fascisme tot ideologie:
  1. Eén sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Militarisme
  4. Totalitaire samenleving
  5. Strenge censuur
  6. liet zich Il Duce noemen
1922 Zwarthemden plegen staatsgreep
In het midden zie je Benito Mussolini (met rood/gele band om zijn zwarte hemd). Hij viert hier samen met zijn aanhangers, de zwarthemden, de machtsovername in Italië in 1922.
fascisme
Ideologie die bestaat uit hevig nationalisme, militarisme en het geloof en vertrouwen in één sterke leider. 
ideologie
Samenhangend geheel van ideeën en standpunten.
nationalisme
Erg trots zijn op alles dat met je eigen volk, land en cultuur te maken heeft.
militarisme
Erg trots zijn op alles dat met het leger van jouw land te maken heeft (zoals uniformen, geweren, medailles etc.).
censuur
Het controleren en indien nodig verbieden of schrappen van berichtgeving in de media en/of persoonlijke communicatie.

Slide 6 - Diapositive

Weetje: de Romeinse groet (beter bekend als de Hitlergroet) wordt ook toegepast bij de fascisten (vanaf 1923). 
Het is oorspronkelijk een Romeinse groet waarbij de rechter arm volledig wordt uitgestrekt, met de handpalm naar beneden en de vingers tegen elkaar. Binnen de nazi partij werd deze groet in 1926 ingevoerd. 
Kanttekening: geen enkele Romeinse tekst geeft deze omschrijving en de Romeinse kunst gaat hier niet duidelijk op in (wordt meer gezien als losse groet). 

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De staatsgreep van Hitler
  • Duitse nederlaag WO I
  • Vernedering Verdrag van Versailles
  • Republiek van Weimar kon Duitsland niet redden

Volgens Hitler kon alleen een sterke leider dat. Keek af bij Mussolini en wilde dat ook. 

> pleegde in 1923 een staatsgreep.
> mislukte en Hitler kreeg 5 jaar cel (zie foto rechts).
1923 Bürgerbräukeller
Vergadering van de NSDAP op 8 november 1923. Hier in deze zaal kwamen hoge ambtenaren van de deelstaat Beieren bij elkaar. In deze zaal zou Hitler zijn staatsgreep plegen. De buitenkant werd volledig omsingelt door SA mannen en riep hij de revolutie uit. Op 11 november werd hij opgepakt en was de revolutie mislukt. 
staatsgreep
Het illegaal afzetten van een regering door een kleine groep mensen (meestal door het leger) om deze te vervangen door een andere regering (meestal van deze personen). 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het nationaalsocialisme (nazi's)
In 1924 schreef Hitler zijn boek Mein Kampf (mijn strijd). Hierin zette hij de ideologie van de nationaalsocialisten uiteen.
  1. Eén sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Militarisme
  4. Totalitaire samenleving
  5. Censuur
  6. Liet zich de Führer noemen
  7. Racisme (n.a.v. de rassenleer)
Verspreidde zijn ideeën via massamedia.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
maken opdrachten 6.2

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions