Voortplanting bij planten

Voortplanting bij planten
Hoofdstuk 10
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Voortplanting bij planten
Hoofdstuk 10

Slide 1 - Diapositive

Waarvoor heeft een plant bloemen? 

Slide 2 - Diapositive

Onderdelen van de bloem

Slide 3 - Diapositive

Mannelijk: Meeldraden

Slide 4 - Diapositive

Stamper
vrouwelijke voortplantingsorgaan
stempel, stijl,vruchtbeginsel

Slide 5 - Diapositive

Mensen

mannelijke voortplantingscellen 
zaadcellen/spermacellen
(in teelballen)

vrouwelijke voortplantingscellen 
eicellen
( in eierstok)

Planten

mannelijke voortplantingscellen 
stuifmeel/stuifmeelkorrels/pollen
( in meeldraden)

vrouwelijke voortplantingscellen 
eicellen
(in zaadbeginsel)

Slide 6 - Diapositive

aan de slag
maak op bladzijde  104 en 15 opgave 1 tm 5

lees in stilte bladzijde 106
hoe komen stuifmeel korrels op de stamper?

Slide 7 - Diapositive

hoe komen stuifmeelkorrels op de stamper?
Bestuiving
Wanneer stuifmeel op de stempel van een stamper terechtkomt,
heet dit bestuiving.

Bestuiving door insecten->insectenbloem
Bestuiving door de wind-> windbloem

Slide 8 - Diapositive

Insectenbloem
Windbloem

Slide 9 - Diapositive

Insectenbloem
Windbloem

Slide 10 - Diapositive

Insectenbloemen       en               Windbloemen

Slide 11 - Diapositive

Wat doen de meeldraad en de stamper?

Slide 12 - Diapositive

Stempel, stijl vruchtbeginsel

Slide 13 - Diapositive

1) bestuiving (stuifmeel op stamper)
2) stuifmeelbuis groeit uit stuifmeelkorrel
3) helemaal tot aan vruchtbeginsel
4) als de stuifmeelbuis de 
eicel in het vruchtbeginsel bereikt, is er bevruchting
5) Dan ontstaat zaad uit zaadbeginsel
6) +  vrucht  uit vruchtbeginsel
wat gebeurt er na de bestuiving? blz 108

Slide 14 - Diapositive

wat gebeurt er na bestuiving?

Een vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht
een zaadbeginsel groeit uit tot een zaad

Slide 15 - Diapositive

Zaadbeginsel is uitgegroeid tot zaadjes/pitten
Vruchtbeginsel is uitgegroeid tot de vrucht

Slide 16 - Diapositive

-Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.
De vrucht kan ook ontstaan uit de bloembodem
Dit gebeurt bij de appel
Het klokhuis bevat het vruchtbeginsel en de zaden

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Hoe worden zaden verspreid?

Slide 19 - Diapositive

aan de slag
maak op bladzijde 107 en volgende
opgave 7, 8 en 11, 12

Slide 20 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 21 - Diapositive

Ongeslachtelijke voortplanting


Slide 22 - Diapositive

De mens kan dit ook zelf
stekken
veredelen

Slide 23 - Diapositive

Veredelen
  • Kwekers ontwikkelen steeds nieuwe plantenrassen, dit heet veredelen.

  • In de afbeelding hiernaast zie je de verschillende stappen van veredelen.

Slide 24 - Diapositive

Planten vermeerderen: veredelen
1. Het kiezen van een plant met de gewenste eigenschappen, die worden gekruist.
2. Uit de zaden worden nieuwe planten gekweekt.
3. De besten worden geselecteert en gebruikt voor de volgende kruising.
4. De gewenste planten worden ongeslachtelijk vermeerdert.

Slide 25 - Diapositive

Kunstmatige selectie en veredeling

Slide 26 - Diapositive

Veredeling
Veredeling: het selecteren van eigenschappen en hiermee kweken/fokken
Voordelig voor de mens
Bijvoorbeeld wortels: zijn oranje door kweken

Slide 27 - Diapositive

hoe lang leeft een plant? 

Slide 28 - Diapositive

Welk deel van de bloem groeit uit tot een vrucht?
A
Stempel
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
D
Blad

Slide 29 - Quiz


Hoe heet nummer 1?
A
kroonbladeren
B
kelkbladeren
C
vruchtbladeren
D
schutbladeren

Slide 30 - Quiz

Hoe heet deel 2?
A
stempel
B
stijl
C
vruchtbeginsel
D
stamper

Slide 31 - Quiz

Een stuifmeelkorrel is:
A
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
B
een mannelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.
C
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een meeldraad.
D
een vrouwelijke voortplantingscel die gemaakt wordt in een stamper.

Slide 32 - Quiz

Waaruit bestaat de stamper?
A
vruchtbeginsel, helmknop en stijl
B
stijl, vruchtbeginsel en stuifmeel
C
stijl, vruchtbeginsel en kroonbladeren
D
vruchtbeginsel, stijl en stempel

Slide 33 - Quiz

Windbloemen maken veel stuifmeel dat erg licht is.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Wat krijgt dit
insect
op zijn lijf?
A
nectar
B
de stamper
C
meeldraden
D
stuifmeel

Slide 35 - Quiz