wk 46: les 1 - Stijlfiguren

Vrijdag 17 november - 2GT2
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: beeldspraak en stijlfiguren
  • Stijlfiguren, deel 2
  • Aan de slag!













timer
10:00
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vrijdag 17 november - 2GT2
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: beeldspraak en stijlfiguren
  • Stijlfiguren, deel 2
  • Aan de slag!













timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...welke stijlfiguren er zijn.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je leren...
...welke stijlfiguren (understatement, eufemisme, hyperbool) er zijn.

Slide 3 - Diapositive

Beeldspraak
  • Vergelijking
  • Metafoor
  • Metonymia
  • Personificatie

Slide 4 - Diapositive

Welke stijlfiguren gaan we behandelen?
  1. Herhaling
  2. Opsomming
  3. Tegenstelling
  4. Paradox
  5. Eufemisme
  6. Hyperbool (overdrijving)
  7. Understatement
  8. Ironie
  9. Sarcasme

Slide 5 - Diapositive

Vandaag
5. Eufemisme
6. Hyperbool (overdrijving)
7. Understatement

Bekijk het filmpje op de volgende slide.

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Hyperbool (overdrijving)
De inhoud van de mededeling wordt hierbij overdreven vergroot.
Voorbeelden:
  • Tjonge, het duurt nog tot Kerst voordat die minuut verstreken is!
  • Ik weet niet wat voor windkracht het is vandaag, maar ik denk wel windkracht 80!
  • Ik verveel me dood.
  • Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
  • Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.

Omdat je dagelijks hyperbolen gebruikt, merk je het speciale effect van de overdrijving niet meer op.

Slide 8 - Diapositive

Hyperbool (overdrijving)
  • Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  • Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  • Ik had zo’n dorst dat ik de hele kraan leeg heb gedronken!
  • Anton stikte van het lachen.
  • Hij huilde een zwembad vol tranen.
  • Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.
  • Toen hij jarig was, werd hij bedolven onder de cadeautjes.

Slide 9 - Diapositive

Understatement ('onderdrijving')
Dit is het tegenovergestelde van de hyperbool: de mededeling wordt overdreven afgezwakt (een 'onderdrijving'). Hierdoor ontstaat een spottend effect. Het is dus op een spottende manier iets verkleinen of verzwakken. Het verschil met het eufemisme zit hem in de spot.

Voorbeelden:
  • Als je een één voor die toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.
  • Die regisseur heeft met zijn speelfilms ongetwijfeld een paar centjes verdiend.
  • Mijn steenrijke oom heeft een stulpje aan de Rivièra gekocht.

Slide 10 - Diapositive

Understatement ('onderdrijving')
  1. Toen hij weer een 10 voor een proefwerk behaalde, reageerde hij koeltjes met "Niet slecht".
  2. "Ik doe dat wel even", zei de man toen hij het brandende huis in rende om zijn kinderen te redden.
  3. Die akelige dictator is een onvriendelijk mannetje.
  4. De directeur van Unicef heeft een aardig salarisje.
  5. De schade aan de auto was wel iets meer dan een paar biertjes.

Slide 11 - Diapositive

Eufemisme (verzachtende uitdrukking)
Een verzachtende uitdrukking die niet spottend bedoeld is. Je wil voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt. Je kunt een eufemisme onder andere gebruiken om bepaalde zaken fraaier over te laten komen dan ze werkelijk zijn.
Het is dus op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is.

Voorbeelden:
  • Na een lange lijdensweg is hij heengegaan. (doodgaan)
  • Volgens mij is er aan jou een steekje los! (gek)
  • De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. (grote fouten gemaakt)
  • Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht. (we hebben hem begraven)
  • Zij werkt daar als interieurverzorgster. (schoonmaakster)
  • De dierenarts heeft de hond laten inslapen. (gedood)
  • De directie wil het personeelsbestand afslanken. (personeel ontslaan)
  • Hij is een bekende van de politie. (een crimineel)

Slide 12 - Diapositive

Eufemisme (verzachtende uitdrukking)
  • Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen.
  • De kippen hebben vogelgriep, dus ze moeten worden geruimd.
  • Onderweg moesten we stoppen voor een sanitaire stop.
  • Op dit moment is hij werkzoekend.
  • De extra reistijd van de trein naar Amsterdam is 15 minuten.

Slide 13 - Diapositive

Maak de juiste combinaties
braken
ontslaan
afmaken van vee
ongewenste bezoeker
e-mailmarketing
vomeren
 laten gaan
ruimen
inbreker
spam

Slide 14 - Question de remorquage


spuugzat
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 15 - Quiz


verzuipen
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 16 - Quiz


onaangenaam verrast
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 17 - Quiz


een verschrikkelijke bende
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 18 - Quiz


lachten zich een breuk
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 19 - Quiz


met de tong uit de mond
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 20 - Quiz

De dierenarts heeft onze hond laten inslapen.
_________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 21 - Quiz

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 22 - Quiz

Vannacht hebben onze buren ongewenst bezoek gehad.
__________________________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 23 - Quiz

Na een lange lijdensweg, ging hij heen.
_____
______
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 24 - Quiz

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyberbool
B
eufemisme

Slide 25 - Quiz

"Waar bleef je nou, ik stond al eeuwen op je te wachten!"
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 26 - Quiz

Als al je verstandskiezen in één keer getrokken worden, is dat geen pretje.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 27 - Quiz

Ik verveel me dood.


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 28 - Quiz

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 29 - Quiz


Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 30 - Quiz

De directie kondigde een BANENREDUCTIE aan.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 31 - Quiz

Eten we spruitjes? Wil je me dood hebben of zo?
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 32 - Quiz

Hij rende de benen uit zijn lijf om de bus te halen.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 33 - Quiz

Na een lang sterfbed is hij ons helaas ontvallen.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 34 - Quiz

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 35 - Quiz

De verdediger schoot de strafschop huizenhoog weg
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 36 - Quiz

Bedenk nu zelf drie voorbeelden van een eufemisme.
1. voor doodgaan
2. voor iemand ontslaan
3. werkloos zijn

Slide 37 - Question ouverte

Bedenk nu zelf drie voorbeelden van een hyperbool (overdrijving).

Slide 38 - Question ouverte

Bedenk nu zelf drie voorbeelden van een understatement ('onderdrijving').

Slide 39 - Question ouverte

Lesdoel behaald? Ik weet wat stijlfiguren zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik weet wat een eufemisme, hyperbool en understatement is.
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik kan een eufemisme, hyperbool en understatement herkennen en benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quiz

Dit vind ik nog moeilijk aan de les van vandaag:

Slide 43 - Question ouverte

Klaar? Maak deze oefeningen

Of kies een Nederlandstalig liedje en zoek de beeldspraak/stijlfiguren.

Slide 44 - Diapositive

Einde van de les

Slide 45 - Diapositive