B2 Duits Kapitel 2-6

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Rückblick

In de vorige les heb je gewerkt aan de WORTSCHATZ.

Je hebt de opdrachten van Seite 32-35/Aufgaben 3-4-5-6-7-8 gemaakt (online of in je boek).

Online-opdrachten zijn al nagekeken.

Boek-opdrachten kun je zelf controleren (Classroom/Updates)

Was hab' ich da gehört?

Open je boek op Seite 36/Hören.

Lees het LEERDOEL en bekijk de Aufgaben 10 en 11.

Snap je wat je moet doen? Dan starten we de audio!

neuekontakte.digitaal.noordhoff.nl

neuekontakte.digitaal.noordhoff.nl

Wie gehört sich das?

Open je boek op Seite 37/Aufgabe 12 (Landeskunde)

Lees de tekst Du oder Sie? aandachtig mee.

                                         Bekijk daarna het filmpje 

                             op de volgende dia.

                    Na het filmpje volgen

                                                    enkele vragen.

In Nederland spreek je je vrienden en vriendinnen aan met "jij".

Hoe zit dat in Duitsland?

1. Je gebruikt "du (=jij)".
2. Je gebruikt "Sie (=u)"

In Nederland worden leerlingen op school aangesproken met "jij".

Hoe zit dat in Duitsland?

1. Net als in Nederland spreken docenten je aan met "du (=jij)"
2. Vanaf je 16 jaar zeggen de docenten "Sie (=u)"tegen je.

In Nederland spreek je je familieleden soms aan met "jij" (bv. ouders) en soms met "u" (bv. grootouders)
Hoe zit dat in Duitsland?

1. Je gebruikt altijd "du (=jij)".
2. Je gebruikt altijd "Sie (=u)"

In Nederland spreek je onbekende volwassenen aan met u.

Hoe zit dat in Duitsland?

1. Je mag onbekenden ook aanspreken met "du (=jij)"
2. Ook in Duitsland spreek je onbekenden aan met "Sie (=u)"

Es gibt noch mehr .....

Maak nu in je boek op Seite 37/Aufgabe 12

Alles fertig und Zeit übrig?

*Oefen de woorden van Seite 60-61/B Wortschatz-A Sehen - C Hören            

*Arbeite weiter in Mit Deutsch Spielen

*Bekijk een filmpje over het gebruik van Du en Sie (Classroom/Schoolwerk/Luisteren-Kijken/Duzen oder Siezen)

*Oefen nog eens met de Grammatik (sein en haben) in Classroom

*Beluister een Hörübung via Deutsch-to-Go (Classroom)

*Lees een Duitse tekst via Lesen auf Deutsch (Classroom)

HAUSAUFGABEN

Lernen/Üben:

*Seite 60-61/B Wortschatz - A Sehen - C Hören

Wiederholen:

*Seite 61/Grammatik (sein + haben)

Schreiben:

*Seite 37/Aufgabe 12