Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Spijsvertering
Slide 1 - Diapositive
Doel spijsvertering
Voeding wordt in het spijsverteringsstelsel verteerd --> voeding wordt opgenomen in het bloed --> het bloed vervoert de voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Functie:
Opnemen van voedsel (via de mond)
Voedsel fijnmaken (kauwen)
Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen)
Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed (via de dunne darmwand)
Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (via de anus)
Slide 4 - Diapositive
Mond
Tanden en kiezen vermalen het voedsel
Goed kauwen = speeksel toevoegen
amylase splits koolhydraten
Slide 5 - Diapositive
De tong
Functies van de tong:
Kauwen
Slikken
Slide 6 - Diapositive
Slokdarm
Functie slokdarm: voedsel naar de maag brengen.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
De maag
In de maag wordt het voedsel gemengd met maagsap en gekneed tot een voedselbrij.
De maag is een gespierde, elastische zak. De vorm kan van grootte veranderen.
Voedsel blijft ruim twee uur in de maag.
Slide 10 - Diapositive
Functie de maag
Verder kneden en fijnmaken van voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt.
Uit de maagwand komen sappen vrij, zij breken het voedsel verder af.
Slide 11 - Diapositive
Twaalfvingerige darm
De dunne darm bestaat uit drie delen
Het eerste deel van de dunne darm heet
twaalfvingerige darm
= ca 25 cm
In de twaalfvingerige darm vindt
het grootste deel van de vertering
plaats.
Slide 12 - Diapositive
Dunne darm
Het darmsap zorgt in de dunne darm
voor de laatste verteringsprocessen.
Slide 13 - Diapositive
Dikke darm
Functie: De dikke darm stuwt onverteerde resten voort en dikt de voedselbrij in. Uitscheiding via endeldarm ->opening kringspier -> anus
Slide 14 - Diapositive
Lever
Functies:
Zorgt ervoor dat glucose in het bloed kan worden opgenomen.
Maakt eiwitten die nodig zijn voor opbouw en herstel van het lichaam.
Maakt gal. Dit is nodig om vet te verdelen in kleine bolletjes. De gal wordt afgevoerd via de galblaas (opslag) naar de twaalfvingerige darm.