H5 - Examen 2017-I; teksten 4 & 6

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

"Hotel Mama"
Waar gaat het denk je over?

Op basis van titel, inleiding, afbeelding... Wat denk je?

Vraag 11
Was kann man mit Sicherheit aus dem 1. Absatz über Julien Hölderli schließen?

1. Ab und zu ...
2. Er bekommt ...
3. Seine Eltern ...
4. Seine Studentenwohnung ...

Vraag 11
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 11
Was kann man mit Sicherheit aus dem 1. Absatz über Julien Hölderli schließen?

1. Ab und zu ...
2. Er bekommt ...
3. Seine Eltern ...
4. Seine Studentenwohnung ...

Vraag 12
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 12
Der Satz "1972 lebte ... gutes Drittel." (Zeile 21-22) ist in Bezug auf den vorangehenden Satz

1. ein Beispiel
2. eine Bestätigung
3. eine Schlussfolgerung
4. ein Gegensatz

Vraag 13
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 13
Welche Erklärung gibt Dr. Elmar Basse unter anderen für diesen Unterschied?

1. Für Jungen ...
2. Für Mädchen ...
3. Jungen fangen ...
4. Mädchen haben ...

Vraag 14
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 14
Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 32?

1. Bequemlichkeit
2. Beziehungsstress
3. Familiensinn
4. Wohnungsnot

Vraag 15
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 15
Worin unterscheiden sich die heutigen Mütter dem 4. Absatz nach von den Müttern von damals?

1. Sie arbeiten ...
2. Sie haben ...
3. Sie schenken ...
4. Sie spielen ...

Vraag 18
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 1
Mit welcher Umschreibung ist der "echte" Ball gemeint?

1. Das 'herausragende Exponat'
2. 'ein Trainingsmodell'
3. 'das im September präsentierte Spielgerät'
4. 'ein im Bonner Haus der Geschichte liegender Ball'

Vraag 19
- Welk antwoord heb je gegeven?
- Nog niet gemaakt? Schrijf een X op.

Vraag 19
De tekst bestaat inhoudelijk uit 2 delen. Het eerste deel is concreet, het tweede deel algemeen. Citeer de eerste twee woorden van de betreffende zin.