2 .Theaterbegrippen locatietheater en montagetheater

Les 2 Theaterbegrippen






Theaterles Stad & Esch
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
TheaterMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Les 2 Theaterbegrippen






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel & planning
Lesduur: 2 lesuren
Leerdoel:Je weet wat locatietheater en montagetheater is en je kunt een scène maken waarin je gebruik maakt van locatietheater en montagetheater

Planning:
  1. Warming up
  2. Theaterbegrippen: locatietheater
  3. Theaterbegrip: montagetheater

Slide 2 - Diapositive

Warming up - associëren
Associeer in een kring door op het eerste woord.

Slide 3 - Diapositive

Waar: Circus
Wie: ??
Wat: ??

Slide 4 - Diapositive

Waar: Pretpark
Wie: ??
Wat: ??

Slide 5 - Diapositive

Waar: Spookhuis
Wie: ??
Wat: ??

Slide 6 - Diapositive

Locatietheater
  • Locatietheater is theater op een andere plaats dan de schouwburg. 
  • De locatie staat centraal in de voorstelling.
  • Denk aan: weiland, bos, strand, camping, etc.
  • Inspiratie kan zijn de geschiedenis van de plek, de sfeer, de omgeving, de gebouwen, zichtlijnen, etc.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht locatietheater
  • Groepjes van 3-4 personen
  • Iedereen kiest een locatie:
    Camping, markt, bos, strand, wachtkamer, gevangenis, maan, restaurant
  • Bij die locatie bedenk je een WIE (personages) en een WAT (conflict)
  • Maak een scène bij je locatie, ongeveer 1-2 minuten.
  • We presenterende scènes voor de klas.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Montagetheater
Theatervorm waarbij verschillende scènes en/of materialen aan elkaar worden gemonteerd in een voorstelling. 

Montagetheater kan bestaan uit verschillende vormen, denk aan dialogen, monologen, teksten,  bewegingsreeksen, muziek, licht/geluid, videomateriaal.

Bij montagetheater is de OVERGANG tussen scènes belangrijk.

Slide 17 - Diapositive

Opdracht montagetheater
  • Groepjes van 3-4 personen
  • Thema: over 20 jaar
  • Waar zie je jezelf over 20 jaar?
  • Hoe ziet de wereld er over 20 jaar uit?
  • Of bedenk zelf iets met het thema 'over 20 jaar'
  • Maak een scène van 2 minuten waarin minimaal 1 overgang zit.

           Welke vorm kan de overgang hebben?



Slide 18 - Diapositive

Presenteren montagetheaer
  • Is de wie/waar/wat duidelijk?
  • Hoe is de overgang vormgegeven?
  • Hoe ben je van het thema naar de scène gekomen?

Slide 19 - Diapositive

Extra opdracht: montage
  • We gaan alle scènes aan elkaar monteren.
  • Nummertje trekken voor de volgorde.
  • Hoe kunnen we de overgangen origineel maken? Experimenteer!

Slide 20 - Diapositive