H13.1 herhaling

Scheidingsmethoden en reagentia


NOVA H13 Analysetechnieken
H13.1 Analyse en Onderzoek 
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Scheidingsmethoden en reagentia


NOVA H13 Analysetechnieken
H13.1 Analyse en Onderzoek 

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
  • Je kunt aangeven op welk principe een scheidingsmethode berust en aangeven welk type mengsel je ermee kunt scheiden
  • Je weet met welk reagens je CO2, H2O, SO2 en zetmeel aantoont en welke waarneming je dan doet 
  • Je kunt het doel beschrijven van kwalitatief en kwantitatief onderzoek
  • Je kunt uitleggen welke variabelen een rol spelen bij het opzetten van een betrouwbaar onderzoeksexperiment 

Slide 2 - Diapositive

Programma
Opdracht scheidingsmethoden
13.1 doornemen (LessonUp of boekje) 
Opgave 1, 2, 4 en 5
Volgende les: afrondende opdracht over 13.1

Slide 3 - Diapositive

herhalen scheidinsmethoden
op school: wie puzzelt het snelst de tabel scheidingsmethoden in elkaar?


Slide 4 - Diapositive

timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

afronden scheidingsmethoden
Van elke scheidingsmethode is een dia te zien in deze les. Je kunt deze zelf thuis via de gedeelde les bekijken. 

Slide 8 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje:

- welk soort mengsels kun je scheiden met filteren?

- op welk verschil berust filteren?

- wat is bij deze proef het residu? en wat het filtraat?

Slide 9 - Diapositive

Bekijk het filmpje:
- wat voor soort mengsels kun je op deze manier scheiden?
- van welk verschil in stofeigenschap maak je gebruik?

Slide 10 - Diapositive

In het volgende filmpje scheiden ze een mengsel van een zwarte en een blauwe stof: 

wat is het verschil tussen deze stoffen?

Slide 11 - Diapositive

Pak je tabel erbij en bekijk het volgende filmpje
1.3

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Try this at home!
Op het volgende filmpje is te zien dat je thuis ook heel eenvoudig een chromatografie-proefje kan uitvoeren.
Probeer het ook eens!
Neem wel water-uitwasbare stiften ;-)

Van welke kleuren is de inkt in een zwarte stift een mengsel?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

DEMO


hoe stroomt het water door de koelbuis?
waarvoor dient de themometer?
wat is het residu?
wat is het destillaat?
1.3

Slide 17 - Diapositive

Met welke methode kun je deze mengsels scheiden?
gas
mengsel
suspensie
emulsie
vloeistofmengsel 
(homogeen)
oplossing van
vaste stof
wassen
adsorberen
indampen
bezinken
destilleren
centrifugeren
filtreren
extraheren

Slide 18 - Question de remorquage

blokschema's
Bij alle productieprocessen ontstaan mengsels van reactieproducten, omdat er bijvoorbeeld nevenproducten ontstaan of omdat één van de beginstoffen niet volledig heeft gereageerd. Er zijn dus altijd scheidingsstappen nodig.
De verschillende stappen in een productieproces kun je overzichtelijk weergeven in een blokschema

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Opgave 1
Teken in je schrift het blokschema voor het maken van geraffineerde suiker uit suikerbieten.
  • Eerst worden de suikerbieten gewassen en fijngehakt. 
  • Vervolgens wordt warm water toegevoegd. De suiker lost op, de rest van de pulp niet. 
  • Dan wordt de bietenpulp van het suikerwater gescheiden met een zeef. 
  • Het gewonnen suikerwater wordt vervolgens verhit en tevens wordt met sneldraaiende trommelzeven, net zoals in een wasmachine, de suiker gescheiden van het water.


timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Een begin van een juist antwoord kan er als volgt uit zien:

Slide 22 - Diapositive

Reagens
Een reagens is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen. Het reagens reageert met die stof en geeft dan een kenmerkende kleurverandering.


Slide 23 - Diapositive

Eisen reagens
1. selectief: het reagens toont slechts één stof aan

2. gevoelig: het reagens toont al een heel klein beetje stof aan

Slide 24 - Diapositive

De antwoorden van deze sleepvraag staan op blz 63 in je boek
Wit Kopersulfaat
Kalkwater
Joodoplossing
Zetmeel
Water
Zwaveldioxide
Koolstofdioxide
Helder oplossing kleurt troebel wit
kleurt blauw
heldere gele oplossing ontkleurt

Slide 25 - Question de remorquage

wit kopersulfaat
kalkwater
joodwater

Slide 26 - Diapositive

wit kopersulfaat
kalkwater
joodwater

Slide 27 - Diapositive

wit kopersulfaat
kalkwater
joodwater

Slide 28 - Diapositive

wit kopersulfaat
kalkwater
joodwater

Slide 29 - Diapositive

opgave 5
Geef de vergelijkingen van de aantoningsreacties:
a. jood + SO2: redoxreactie mbv halfreacties (Binas 48)
b. kalwater + CO2 : zuurbase reactie en neerslag (Binas 49 + 45)
c. wit kopersulfaat + water : hydraat, kristalwater
(Binas 65)
timer
5:00

Slide 30 - Diapositive

jood + SO2
I2 = OX, SO2 = red ->
OX:     I2    + 2e          -->   2I-                                                 1x
RED: SO2 + 2H2O   --> SO42- + 4 H+ + 2e                    1x
                                                                                                              
I2 + SO2 + 2H2O   --> 2I- +  SO42- + 4H+

Slide 31 - Diapositive

kleurverandering:
I2 = OX, SO2 = red ->
OX:     I2    + 2e          -->   2I-                                                 1x
RED: SO2 + 2H2O   --> SO42- + 4 H+ + 2e                    1x
                                                                                                              
I2 + SO2 + 2H2O   --> 2I- +  SO42- + 4H+
kleurloos
geel

Slide 32 - Diapositive

kalkwater + CO2
kalkwater = Ca2+(aq) + 2OH-(aq)
CO2 in water = CO2(aq) = CO2(aq) + H2O(l) = H2CO3(aq)

Slide 33 - Diapositive

kalkwater + CO2
kalkwater = Ca2+(aq) + 2OH-(aq)
CO2 in water = CO2(aq) = CO2(aq) + H2O(l) = H2CO3(aq)
zuur, staat 2 H+ af
base, 1 OH- neemt 1 H+ op

Slide 34 - Diapositive

reactievergelijking:
H2CO3(aq) +  2 OH-(aq) -->  CO32-(aq) + 2 H2O(l)
2 H+
waarom wordt het kalkwater troebel?

Slide 35 - Diapositive

Het kalkwater wordt troebel:
H2CO3(aq) +  2 OH-(aq) -->  CO32-(aq) + 2 H2O(l)

                           Ca2+(aq) + CO32-(aq) --> CaCO3(s)
Het gevormde carbonaat vormt een slecht oplosbaar zout met de Ca2+ ionen in kalkwater

Slide 36 - Diapositive

wit kopersulfaat + water
Wit kopersulfaat kan kristalwater opnemen in het ionrooster. 
Blauw kopersulfaat is een hydraat: CuSO4.5H2O(s)

CuSO4(s)   +  5 H2O(l)   --> CuSO4.5H2O(s)
   wit                                                       blauw

Slide 37 - Diapositive

Opzet van een onderzoek
Wanneer je onderzoek doet, wil je altijd antwoord op een onderzoeksvraag. Bij een groter onderzoek kan deze vraag opgesplitst worden in een hoofdvraag met bijbehorende deelvragen. Tijdens het onderzoek doe je waarnemingen. De resultaten verwerk je in tabellen en grafieken. In de conclusie beantwoord je de onderzoeksvraag.  Tenslotte geef je in de discussie aan hoe betrouwbaar je resultaten zijn.

Slide 38 - Diapositive

Wat is de juiste opbouw van een onderzoeksverslag?
materiaal & methode
titelpagina
inleiding met hoofd- en deelvragen
conclusie
resultaten
inhoudsopgave
bronnenlijst
discussie

Slide 39 - Question de remorquage

kwantitatief of kwalitatief?
In onderzoek kan gebruik gemaakt worden van analysetechnieken. Het doel kan verschillend zijn:

1. Kwantitatieve analyse > nauwkeurig bepalen van een hoeveelheid stof (hoeveel stof is aanwezig?)
2. Kwalitatieve analyse > identificeren van een stof (welke stof is dit?)

Slide 40 - Diapositive

Opgave 6d: Autobanden bestaan uit staaldraad en gevulkaniseerd rubber. vulkaniseren is een reactie met zwavel. Door de aanwezigheid van zwavel mogen autobanden niet zomaar worden verbrand. Naast zwavel worden nog andere stoffen toegevoegd om de eigenschappen van banden te verbeteren. Moet een kwantitatieve of kwalitatieve analyse worden uitgevoerd om te bepalen welke stoffen dit zijn?
A
kwantitatieve analyse
B
kwalitatieve analyse
C
allebei
D
geen van beiden

Slide 41 - Quiz

Betrouwbaar onderzoek doen
In een betrouwbaar onderzoek
  • wordt 1 factor bewust gevarieerd = de onafhankelijke variabele
  • de invloed op een 2e factor wordt gemeten = de afhankelijke variabele
  • worden andere factoren gelijk gehouden = controle variabelen
  • wordt er ook een meting gedaan zonder de onafhankelijke variabele te variëren = blanco (controle meting)
  • worden metingen vaker herhaald: 2x = duplo, 3x = triplo

Slide 42 - Diapositive

opgave 6b, blz 67: Sleep de variabelen naar de juiste plek
controle variabele
onafhankelijke variabele
afhankelijke variabele
zwavelgehalte van de band
temperatuur
vervorming van de band
wegdek
hardheid van de band
belasting van de band

Slide 43 - Question de remorquage

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

eigen werk
Leer de scheidingsmethoden en reagentia

Maak opgave 2 en 4

Slide 47 - Diapositive