De lidwoorden in het Frans

Bienvenue b1d!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bienvenue b1d!

Slide 1 - Diapositive

Le plan
Wat?: grammaire D 'het lidwoord'
Hoe?: klassikaal
Hoelang?: 15 min
Hulpmiddel?: boek blz. 55
Resultaat?: Aan het einde van de les ken je de Franse lidwoorden en kun je die toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Lidwoorden
In het Nederlands hebben we 2 soorten lidwoorden:

Bepaalde lidwoorden: de en het
Onbepaald lidwoord: een

Slide 3 - Diapositive

De lidwoorden de en het

Voorbeeld:
de hond
het meisje

Slide 4 - Diapositive

In het Frans
Mannelijke zelfstandig naamwoorden (m) - le
le garçon - de jongen
Vrouwelijk zelfstandig naamwoorden (v) - la
la fille - het meisje
Zelfstandig naamwoorden met een klinker - l' 
l' ami - de vriend

Slide 5 - Diapositive

... camping (m) est cool
Wat is het juiste antwoord?
A
la camping
B
le camping
C
l'camping
D
les campings

Slide 6 - Quiz

C'est ..... livre (m) de Jules
Wat is het juiste antwoord?
A
le livre
B
la livre
C
l'livre
D
les livres

Slide 7 - Quiz

Anna est ... copine (v) de Sarah
Wat is het juiste antwoord?
A
la copine
B
le copine
C
l'copine
D
les copines

Slide 8 - Quiz

C'est ... école (v) de Luc
Wat is het juiste antwoord?
A
le école
B
la école
C
les écoles
D
l'école

Slide 9 - Quiz

... fille (v) s'appelle Maria
Wat is het juiste antwoord?
A
le fille
B
la fille
C
l'fille
D
les filles

Slide 10 - Quiz

Zet in het meervoud
Voorbeeld:
de hond              de honden
het meisje            de meisjes

Slide 11 - Diapositive

In het Frans
le chien - les chiens
le garçon - les garçons
la fille - les filles
l' école - les écoles
l' ami - les amis
la famille - les familles

Slide 12 - Diapositive

Zet in het meervoud:
le copain

Slide 13 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
la semaine

Slide 14 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
l'oncle

Slide 15 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
la plage

Slide 16 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
le chien

Slide 17 - Question ouverte

Het lidwoord een

Voorbeeld:
een jongen
een konijn

Slide 18 - Diapositive

In het Frans
Mannelijke zelfstandig naamwoorden (m) - un
un garçon - een jongen

Vrouwelijk zelfstandig naamwoorden (v) - une
une fille - een meisje

Slide 19 - Diapositive

Marc est ... garçon (m)
Wat is het juiste antwoord?
A
un garçon
B
une garçon

Slide 20 - Quiz

Sophie est ... copine (v) de Manon
(Kies uit UN en UNE)

Slide 21 - Question ouverte

Le chien s'appelle Max.
C'est ... chien génial!
Wat is het juiste antwoord?
A
une chien
B
un chien
C
les chiens
D
l'chien

Slide 22 - Quiz

Le chat de Luc s'appelle Lola.
C'est ... chat adorable!
Wat is het juiste antwoord?

Slide 23 - Question ouverte

J'aime la plage. C'est ... plage géniale!
Wat is het juiste antwoord?
A
les plages
B
une plage
C
la plage
D
un plage

Slide 24 - Quiz

Le plan
Wat?: maken ex. 16 t/m 19 (blz. 32) (paragraaf D)
Hoe?: zelfstandig
Hoelang?: 15 min
Hulpmiddel?: boek blz. 55
Resultaat?: Aan het einde van de les ken je de Franse lidwoorden en kun je die toepassen.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive