Spelling: woorden met lange klank (jager)

Spelling: woorden met lange klank (jager)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling: woorden met lange klank (jager)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

lange klank
korte klank
wonen
tennis
ballen
eten
balen
kloppen
muren
vegen

Slide 3 - Question de remorquage


De 'a' in hamer klinkt als:
A
lange klank
B
korte klank

Slide 4 - Quiz


De 'u' in muggen klinkt als:
A
lange klank
B
korte klank

Slide 5 - Quiz


De 'o' in spotten klinkt als:
A
lange klank
B
korte klank

Slide 6 - Quiz


De 'a' in bijna klinkt als:
A
lange klank
B
korte klank

Slide 7 - Quiz


De 'e' in wezen klinkt als:
A
lange klank
B
korte klank

Slide 8 - Quiz


Welk woord is goed geschreven?
A
spruiten
B
spruitten

Slide 9 - Quiz


Welk woord is goed geschreven?
A
zweten
B
zwetten

Slide 10 - Quiz


Schrijf een woord met een 'o' die klinkt als 'oo':

Slide 11 - Question ouverte


Schrijf een woord met 'e' die klinkt als 'ee':

Slide 12 - Question ouverte


Schrijf een woord met 'a' die klinkt als 'aa':

Slide 13 - Question ouverte