blok 4 week 2 les 5
redden
t.t. ik............
t.t. ik............
1 / 25
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
redden
t.t. ik............
t.t. ik............
Slide 1 - Question ouverte
redden
t.t. de meester..............
t.t. de meester..............
Slide 2 - Question ouverte
redden
t.t. ................jij?
t.t. ................jij?
Slide 3 - Question ouverte
redden
t.t. ............je broertje
t.t. ............je broertje
Slide 4 - Question ouverte
vermoeden
t.t. ik................
t.t. ik................
Slide 5 - Question ouverte
vermoeden
t.t. de meester........
t.t. de meester........
Slide 6 - Question ouverte
vermoeden
t.t...............jij?
t.t...............jij?
Slide 7 - Question ouverte
vermoeden
t.t..............je broertje?
t.t..............je broertje?
Slide 8 - Question ouverte
benijden
t.t. ik...........
t.t. ik...........
Slide 9 - Question ouverte
benijden
t.t. de meester...........
t.t. de meester...........
Slide 10 - Question ouverte
benijden
t.t. ..........jij?
t.t. ..........jij?
Slide 11 - Question ouverte
benijden
t.t. ..........je broertje?
t.t. ..........je broertje?
Slide 12 - Question ouverte
blozen
v.d. hij........
v.d. hij........
Slide 13 - Question ouverte
faxen
v.d. hij........
v.d. hij........
Slide 14 - Question ouverte
kerven
v.d. hij........
v.d. hij........
Slide 15 - Question ouverte
ontbijten
v.d. hij........
v.d. hij........
Slide 16 - Question ouverte
uitstallen
v.d. hij........
v.d. hij........
Slide 17 - Question ouverte
gebiedende wijs aanpakken
.........de emmer ........!
.........de emmer ........!
Slide 18 - Question ouverte
gebiedende wijs opvegen
........het stof ........!
........het stof ........!
Slide 19 - Question ouverte
nieten
v.t. Ik............het papier.
v.t. Ik............het papier.
Slide 20 - Question ouverte
branden
v.t. Het vuur ............
v.t. Het vuur ............
Slide 21 - Question ouverte
aankomen
v.d. Zijn jullie op tijd..........?
v.d. Zijn jullie op tijd..........?
Slide 22 - Question ouverte
weggaan
v.d. De vrouw was al vroeg..............
v.d. De vrouw was al vroeg..............
Slide 23 - Question ouverte
rijden
b.n. De............route
b.n. De............route
Slide 24 - Question ouverte
omhelsen
b.n. Het ..............kind
b.n. Het ..............kind
