3.3 Het Feodale stelsel

Monniken en Ridders
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Deze les: Frankische koninkrijken en Karel de Grote

Volgende les: Het leenstelsel


1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Monniken en Ridders
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Deze les: Frankische koninkrijken en Karel de Grote

Volgende les: Het leenstelsel


Slide 1 - Diapositive

Wat heb je ter voorbereiding op deze les gedaan?
timer
0:30

Slide 2 - Question ouverte

De Middeleeuwen duren van ... tot ... (noteer alleen de jaartallen, gescheiden door een spatie)

Slide 3 - Question ouverte

De tijd van Monniken en Ridders duurt van ... tot ... (noteer alleen de jaartallen, gescheiden door een spatie)

Slide 4 - Question ouverte

Hoe ontstond de horigheid? Laat in je antwoord zien dat je weet wat horigheid betekent

Slide 5 - Question ouverte

Welke plichten die horigen hadden komen in de bron hiernaast terug? (klik op de bron om hem groter te maken)

Slide 6 - Question ouverte

Doelen 3.3
In deze les leer je hoe het Frankische rijk werd bestuurd.

In deze les leer je hoe het Frankische rijk zich ontwikkelde vanaf Karel de Grote.

Volgende les leer je hoe het leenstelsel zich ontwikkelde.

Slide 7 - Diapositive

Frankische koninkrijken
Opkomst Merovingische koningen eind 5e eeuw 
Overnemen van Romeinse gewoonten (wetten, bestuursvorm --> hertogen, graven)
In combinatie met Salische wet:
  • Schadevergoeding voor delicten (diefstal, moord) hoe belangrijker het slachtoffer, hoe hoger de straf
  • Alleen mannen kunnen troonopvolger zijn
  • Land moet worden verdeeld onder alle zoons van de koning
Clovis

Slide 8 - Diapositive

Frankische koninkrijken
Opkomst Merovingische koningen eind 5e eeuw 
Overnemen van Romeinse gewoonten (wetten, bestuursvorm)
In combinatie met Salische wet:
  • Schadevergoeding voor delicten (diefstal, moord) hoe belangrijker het slachtoffer, hoe hoger de straf
  • Alleen mannen kunnen troonopvolger zijn
  • Land moet worden verdeeld onder alle zoons van de koning
Clovis

Slide 9 - Diapositive

Welke uitspra(a)k(en) is / zijn juist?
A
Clovis breidde het Frankische rijk uit tot bijna heel Nederland, België en Frankrijk
B
De Germaanse koningen namen het Romeinse bestuurssysteem over, met hertogen en grafen
C
De Salische wet was het in opdracht van koning Clovis opgeschreven Romeinse gewoonterecht
D
Het Frankische rijk was een Germaanse staat die eerst werd bestuurd door de Merovingische koningen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Aan de slag
Wat: Maak opdracht 1 t/m 4, 9, 10
Waarom: Verwerken lesstof, voorbereiding toets
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg eventueel zachtjes, daarna pas docent vragen
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Lees zorgvuldig het onderdeel leenstelsel (opdr. 5, 6, 11)



Slide 15 - Diapositive

Feodale stelsel
Kenmerkende aspecten:
  • Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Definitie(s):
  • feodaal stelsel = politiek stelsel waarbij vazal in dienst was van een leenheer (vorst / edele). Vazallen betaalden belasting en boden krijgsdienst in ruil voor land en bescherming. 

Slide 16 - Diapositive

Feodalisme in Germaanse tradities
Beloning trouwe dienst: (vgl land in leen)
  • overwinningsbuit
  • levensonderhoud
  • land was geen beloning!

Eed van trouw: (vgl trouw en belasting)
  • leider bijstaan met ‘raad en daad’

Slide 17 - Diapositive

Leg uit met behulp van de bron dat het feodale stelsel zijn oorsprong vindt in Germaanse tradities.

Slide 18 - Question ouverte

3.3 Het leenstelsel

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Feodale stelsel
Kenmerkende aspecten:
  • Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Definitie(s):
  • feodaal stelsel = politiek stelsel waarbij vazal in dienst was van een leenheer (vorst / edele). Vazallen betaalden belasting en boden krijgsdienst in ruil voor land en bescherming. 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Een boer werkt een deel van de tijd op het land van de heer.
A
Hofstelsel
B
Feodaal stelsel

Slide 24 - Quiz

Midden in het dorp staat de tiendschuur. Daarin worden goederen opgeslagen die als belasting zijn afgedragen aan de kerk.
A
Hofstelsel
B
Feodaal stelsel

Slide 25 - Quiz

Het land is te groot om door één man bestuurd te worden. Daarom worden er vrienden aangesteld die trouw zweren aan de koning en namens hem in een deel van het land regeren.
A
Hofstelsel
B
Feodaal stelsel

Slide 26 - Quiz

Wanneer er een oorlog uitbreekt, is een vazal verantwoordelijk voor het zoeken van zoveel mogelijk ridders die mee kunnen vechten met de koning.
A
Hofstelsel
B
Feodaal stelsel

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Feodale stelsel
Leenheer geeft land in leen aan leenman / vazal. 
  • land = inkomsten = macht

Vazallen betaalden belasting en boden krijgsdienst in ruil voor land en bescherming.



Slide 29 - Diapositive

Welke uitspraken zijn juist?
A
De leenmannen leverden hun leenheer voetsoldaten en ridders.
B
In het feodale stelsel legden de leenheer een eed van trouw af aan de leenman.
C
In het feodale stelsel liet een koning als leenheer gebieden besturen door edelen (leenmannen, vazallen).
D
Na Karels dood gingen vazallen hun leen zien als erfelijk bezit en gaven ze zelf ook land in leen uit aan lageren heren.

Slide 30 - Quiz

Leg uit waarom de afbeelding bij het kenmerkend aspect past. 'Op de afbeelding zie ik ..., dat past bij ..., want ...
timer
1:30

Slide 31 - Question ouverte

In de 8e eeuw wordt landgoed (= feodum)
geïntroduceerd als beloning voor ridders
in trouwe dienst van de koning. Waarom?
A
Het stond in de grondwet.
B
Land werd minder belangrijk voor vorsten.
C
Om paard en wapens te kunnen bekostigen.
D
Als pensioen bonus.

Slide 32 - Quiz

Welke NADELEN heeft het feodale
stelsel voor de LEENHEER?

Slide 33 - Carte mentale

Nadelen
  • Door grote afstand volgde leenman niet altijd bevel op.

  • Leenman wilde landgoed behouden en aan erfgenamen nalaten.

Slide 34 - Diapositive

Leg uit wat het voordeel is voor de koning om een bisschop als leenman te hebben.

Slide 35 - Question ouverte

Examenvraag feodalisme
Na de val van het West-Romeinse Rijk was er in West-Europa steeds minder geld in omloop. Dit maakte aanpassingen nodig in de voedselvoorziening en in het bestuur.
Leg uit dat het gebrek aan geld werd opgevangen door het feodalisme.

  • Het feodalisme ving het gebrek aan geld op, omdat de leenheer zijn gebied niet kon besturen met betaalde ambtenaren, maar zijn gebied moest verdelen in kleinere delen die hij uitgaf aan leenmannen die het gebied namens hem bestuurden 


Slide 36 - Diapositive

Aan de slag
Wat: Maak opdracht 11, 12, 14
Waarom: Verwerken lesstof, voorbereiding toets
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg eventueel zachtjes, daarna pas docent vragen
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Maak opdracht 13 en 15



Slide 37 - Diapositive

Huiswerk
Lees paragraaf 3.4 goed door

en maak opdracht 1 t/m 7 vóór de les

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo