Meten en meetkunde 3F

Hoeveel meter hoog is
de Taipei 101?
Rond af op een geheel getal.
1 / 44
suivant
Slide 1: Question ouverte
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoeveel meter hoog is
de Taipei 101?
Rond af op een geheel getal.

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We weten:
10,8 cm is in werkelijkheid 320,5 m
We moeten weten:
hoeveel is 17,1 cm in werkelijkheid?
'We moeten de oplossing zoeken in verhoudingen'
Stategie:
  1. eerst omrekenen van 10,8 naar 1 cm
  2. dan van 1 cm naar 17,1 cm

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als Esmee uit Amsterdam haar computer opstart blijkt ze een uur geleden een mailtje te hebben gekregen van haar nichtje in Sydney.
De foto bij dit mailtje stuurt ze meteen door naar haar vader in New York.
Het mailtje is door haar nichtje om 21.00 uur lokale tijd verzonden.

Hoe laat is het bij haar vader als Esmee de foto doorstuurt?
A
4:00 uur
B
12:00 uur
C
6:00 uur
D
14:00 uur

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We weten:
Amsterdam: +1 GMT
Sydney: +11 GMT
New York: -5 GMT
Het e-mailen begint om 21:00 uur in Sydney
Route: Sydney --> Amsterdam, 1 uur wachten --> New York
'Voor mijn gevoel is dit een puzzeltje, dus in die modus moet ik dit ook gaan oplossen: het antwoord ligt niet voor het oprapen, ik moet er even voor gaan zitten'
21:00 uur in Sydney -> 11 uur in Amsterdam omdat het er 10 uur vroeger is
12:00 uur in Amsterdam -> 6:00 uur in New York omdat het daar 6 uur vroeger is

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat naar een feest in Amsterdam.
Het feest duurt tot 24.00 uur. Je wilt met de trein van 23.22 uur naar huis. Je wilt 10 minuten voordat de trein vertrekt op het station zijn. Het duurt 30 minuten om van het feest naar het station te komen.
Hoeveel tijd (in uren en minuten) zal je moeten missen van het feest?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We weten:
24:00 uur loopt het feest af
23:22 uur vertrekt de trein
10 minuten eerder op het station zijn
30 minuten nodig om op het station te komen
23:22 uur -> 10 minuten eerder: 23:12 uur
23:12 uur -> 30 minuten eerder: 22:42 uur
[12 minuten eerder geeft 23:00 uur, dan zijn er nog 18 minuten over van de 30, die nog van 23:00 uur af moet]

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rechthoekig bad in een dolfinarium bevat 3 miljoen liter water.
Het water komt tot 50 cm onder de rand. Het bad is overal even diep.

Wat is de waterdiepte van dit bad?
Rond af op één decimaal.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We weten
3 miljoen liter water
de afmetingen van de bodem: 37 m bij 13 m
(die 50 cm onder de rand is niet belangrijk)
Hier speelt het 'gedoe' met verschillende eenheden; we stappen over op dm, want 1 liter = 1 dm3
De lengte en breedte van de bodem is dan 370 bij 130;
Er moet gelden: 370 x 130 x waterdiepte = 3.000.000
of wel: 48.100 x waterdiepte = 3.000.000
dus waterdiepte = 3.000.000 : 48.100 = 62 dm = 6,2 m

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de grondoppervlakte van de tent?

Wat is je strategie???

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Strategie
  • vierkante meters, dus vanaf het begin met maten in meters werken: 505 --> 5,05 meter
  • drie vlakken te onderscheiden, de 2 rechthoeken zijn simpel
  • het derde deel links is moeilijker, ligt de focus op; wat heeft OSD daar ook al weer over gezegd?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel vierkante meter bedraagt de totale grondoppervlakte van de tent? Rond af op één decimaal.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga ervanuit dat je het bad vult met gemiddeld 0,25 liter water per seconde.
Je vult het bad voor driekwart met water.

Hoeveel minuten duurt dat?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dennis Kimetto heeft bij de marathon van Berlijn (42,195 km) een nieuw wereldrecord gelopen.

Wat was de gemiddelde snelheid van Dennis Kimetto in km per uur?
Rond af op één decimaal.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Strategie
  • we moeten naar km per uur, de afgelegde weg is al in km
  • de tijd is in uren, minuten en seconden, dat moet omgerekend worden naar uren
  • ik kies voor: alles omrekenen naar seconden en dan naar uren
  • tenslotte aantal km delen door het aantal uren

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eén van de huizen (afbeelding A t/m E) kan niet worden gemaakt met deze bouwplaat.
A
huis A
B
huis B
C
huis C
D
huis D

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel euro kost een volle tank diesel van 60 liter in de Verenigde Staten?
TIP: filter eerst de nuttige info!

Slide 16 - Question ouverte

  • 60 liter = 60 / 3,7854 gallon = 15,85 gallon
  • 15,85 gallon kost 15,85 x 2,332 dollar = 36,96 dollar
  • 36,96 dollar = 36,96 x 0,88 euro = 32,53 euro

Bij het passeren van het hectormeterpaaltje langs de N62 krijgt een wegenwachtmonteur een pechmelding.
De kapotte auto op de N62 staat bij hectometerpaaltje 45,8. Hoe lang duurt de rit naar de kapotte auto minimaal als de wegenwachtmonteur zich aan de maximum snelheid houdt?
Rond af op een heel getal.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel milliliter sinaasappelsap moet je drinken om de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C binnen te krijgen?
Rond af op hele milliliters.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

35 mg --> 58% van de aanbevolen hoeveelheid
hoeveel mg hoort dan bij 100% van de aanbevolen hoeveelheid?
hoeveel sap moet ik dan drinken? (100 ml hoort bij 35 mg)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt een flesje van 100 ml met daarin 2,5 g medicatie opgelost.
Je moet 200 mg medicatie innemen.
Hoeveel ml heb je nodig?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

100 ml --> 2,5 g
? ml --> 200 mg
eerst 2,5 g en 200 mg vergelijkbaar maken

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je maakt een magneetbord.
Hiervoor gebruik je een houten plaat van 40 bij 60 cm.
Deze plaat schilder je aan één kant met magneetverf.
Voor een goede magnetische werking moet de houten plaat drie keer geschilderd worden.
Met 250 ml kan je 1,5 vierkante meter schilderen.
Hoeveel ml magneetverf heb je nodig?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

plaat van 40 bij 60 cm
250 ml voor 1,5 vierkante meter
je moet weer iets met die 'cm' en 'vierkante meter'
stap 1: 40 cm = 0,4 m en 60 cm = 0,6 m, dus 1 plaat is ........ vierkante meter
stap 2: 3 x deze oppervlakte moet geschilderd worden.........
stap 3:

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de plantenbakken komt een laag tuinaarde met een hoogte 0,65 m
Hoeveel kubieke meter tuinaarde is er in totaal nodig?
Rond af op een heel getal.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

de oppervlakte van de 4 plantenbakken zijn de oppervlakte van 4 driehoeken
inhoud kun je berekenen door oppervlakte x hoogte
de 4 driehoeken kun je samenvoegen tot 2 rechthoeken

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de totale oppervlakte van de doos

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van de doos wordt een kleiner schaalmodel gemaakt. De schaal is 1 : 10. Wat is de oppervlakte van dit kleine doosje in totaal?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal gaat altijd over lengte:
1 : 10 
betekent 
1 lengte-eenheid in het klein komt overeen met 10 lengte-eenheden in het groot
of
1 cm in het klein komt overeen met 10 cm in het groot
of
1 lengte-eenheid in het klein is in het groot 10 keer zo groot

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen voor oppervlakte en inhoud:
als lengtes in werkelijkheid 10 x zo groot zijn, dan
  • wordt de oppervlakte 10 x 10 = 102= 100 keer zo groot
  • wordt de inhoud 10 x 10 x 10 = 103 = 1000 keer zo groot

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De maten van het kleine schaalmodel zijn 5 keer zo klein als de maten van de grote doos. De schaal is dus 1 : 5. Wat is de inhoud van de grote doos en wat is de inhoud van de kleine doos?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2 manieren voor de kleine doos:
  1. reken de maten (lengtes) uit van de kleine doos en daarmee de inhoud
  2. reken de inhoud uit van de grote doos en daarmee de inhoud van de kleine doos, wetende dat de lengtes van de kleine doos 5 x zo klein zijn

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Euromast in Rotterdam is in totaal 186 m hoog. Als souvenir is een model gemaakt. Dit model is 7,44 cm hoog.
Wat is de schaal?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij schalen moet je een lengte vergelijkbaar maken: hoeveel keer zo groot is een lengte in het echt in vergelijking met het model?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Petra gaat over 100 uur op reis.
Over hoeveel dagen en uren is dat?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Willem-Jan heeft al 1.000 uren verkering.
Hoelang is dat in dagen en uren?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is zaterdag 21:00 uur. Janet heeft precies 10 etmalen, 10 uur en 10 minuten niet gerookt. Wanneer en hoe laat precies is ze gestopt?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kees vertrekt om 9:45 uur lokale tijd uit Amsterdam naar Rio de Janeiro. De vliegreis van Amsterdam naar Rio de Janeiro duurt 11 uur. In Rio de Janeiro is het 3 uur vroeger dan in Amsterdam. Hoe laat komt Kees aan in Rio de Janeiro (lokale tijd)?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Victoria vertrekt om 22:45 uur lokale tijd uit Moskou naar Amsterdam. De vliegreis van Moskou naar Amsterdam duurt 3,5 uur. In Moskou is het 3 uur later dan in Amsterdam.
Hoe laat komt Victoria aan in Amsterdam (lokale tijd)?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestoets 2, opgave 3

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestoets 2, opgave 4

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestoets 3, opgave 1

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestoets 3, opgave 2

Slide 42 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestoets 3, opgave 3

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lestoets 3, opgave 4

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions