2021-05-11 Future tenses repetition

Welcome! 
Unit 5.2

Future tenses - repetition
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome! 
Unit 5.2

Future tenses - repetition

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goal
You can use the future tenses correctly. 

You remember the difference between will / shall / going to / present simple / present continuous

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4 types

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Present simple
present simple
  • Hoe maak je die? hele werkwoord (+s bij he/she/it)

  • Wanneer gebruik je die?
  1. Alleen bij een dienstregeling / tijdschema / rooster.






Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
The store ... (close) at six tonight.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
The plane ... (leave) in 10 minutes.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Present continuous
present continuous
  • Hoe maak je die? am / is / are + werkwoord+ing

Wanneer gebruik je die?
  • Bij dingen die gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren
  • Afspraken bij bijvoorbeeld de dokter
  • Een geplande bruiloft
  • Iets waarvoor al dingen geregeld zijn





Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
My mother ... (visit) the dentist on Tuesday.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
We ... (have lunch) at my Grandma's on Wednesday.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3. to be going to + hele werkwoord

  • Dus: am / is / are going to + hele werkwoord

  • Let op: Je schrijft in een zin nooit 'She to be going to ...' 
  • Je moet 'to be' altijd vervangen door am / is / are

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. to be going to + hele werkwoord

Wanneer gebruik je deze vorm? 

  1. Als het plan er als was voor het gesprek
  2. Bij een voorspelling (gebaseerd op een aanwijzing)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
We ... (go) to France this summer.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
It is only 10 o'clock. I ... (not - miss) the train.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Shall / will + hele werkwoord

Wanneer gebruik je deze vorm? 

  1. Als het plan ontstaat tijdens het gesprek
  2. Bij een voorspelling (gebaseerd op een mening)
  3. Bij een spontaan aanbod, belofte, voorstel, verzoek, weigering
  4. Bij feiten 
  5. Bij onzekerheden

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
You ... (win) the game.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in wat op de puntjes moeten komen:
... (you - cook) dinner for me tonight?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

shall + hele werkwoord

Shall
  • Shall mag dus alleen in een vraagzin met I & we.

Let op! Shall mag alleen als:
  • je een mening vraagt (Shall we go to the zoo?)
  • je een voorstel doet (Shall we go out or stay in?)
  • je iemand iets aanbiedt (Shall I help you carry that?)






Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies uit will of shall:
... you cook dinner tonight?
A
will
B
shall

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies uit will of shall:
......... your boyfriend go with you?

A
will
B
shall

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies uit will of shall:
........... I come with you then?

A
will
B
shall

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

SAMENVATTING

To be going to + hele werkwoord
  1. Als je iets van plan bent (en dat plan had je al eerder gemaakt). 
  2. Als er bewijs is (of aanwijzingen) dat iets gaat gebeuren. 

Present simple
  1. Alleen bij een dienstregeling / rooster / tijdschema

Present continuous
  1. Alleen bij een duidelijke afspraak, als iets al vastligt. 


Will + hele werkwoord
  1. Als je een beslissing neemt op het moment dat je het zegt. 
  2. Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling. 

Shall + hele werkwoord
  1. Shall mag dus alleen in een vraagzin met I & we.
  2. Alleen als je een mening vraagt, aanbod of voorstel doet.



Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

I ...... visit my niece this week.
A
will
B
'm going to

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In ten years time this ... be forgotten.
A
is going to
B
will
C
shall
D
shan´t

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mark just said that he ...... bring the snacks to the party.
A
is going to
B
will
C
shall
D
be

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

My bus is delayed.
I ...... too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 26 - Quiz

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
Chris _____ his grandmother tomorrow at 14.00.
A
will visit
B
visits
C
shall visit
D
is visiting

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I _____ Brandon for dinner tonight.
A
I will meet
B
I am going to meet

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I'm going to be late! My English lesson ... (start) in 5 minutes.
A
is starting
B
will start
C
starts
D
is going to start

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

It _____ rain, so you don't need
to take an umbrella.
A
will
B
shan't
C
won't
D
is going to

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I bet you Real Madrid ____ the champions league this year.
A
will win
B
is going to win

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Any questions left?
Don't forget about the homework exercises!

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions