Demander et indiquer le chemin

Demander et indiquer 
le chemin 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Demander et indiquer 
le chemin 

Slide 1 - Diapositive

Objectif:
Herhaling vocabulaire en zinnen 
om de weg te vragen en te wijzen
Vragen = demander
Wijzen = indiquer
De weg = le chemin, la route

Slide 2 - Diapositive

De weg vragen en wijzen:
welke Franse woorden
komen bij je op?

Slide 3 - Carte mentale

Une vidéo avec des questions
Bij het volgende filmpje zit alleen muziek, geen gesproken woord;
Daarna volgen enkele vragen:
geconcentreerd meelezen dus.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hoe zegt Tony dat hij verdwaald is?
A
Je suis à pied
B
Je suis perdu

Slide 6 - Quiz


Hoe begint Tony beleefd zijn vraag aan de meneer?
(......... .........) est-ce qu'il y a une boulangerie?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe had hij ook kunnen beginnen?
(............) -moi Monsieur, est-ce qu'il y a une boulangerie?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe kun je de weg naar het café vragen?
A
Pardon, Madame, pour aller au café?
B
Excusez-moi Madame, je cherche le café?
C
Pardon Monsieur, où est le café s'il vous plaît?
D
Pardon Monsieur, il y a un café tout près?

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je dat iemand de eerste straat links moet nemen?
A
Vous allez tout droit
B
Vous prenez la première rue à droite
C
Vous tournez à gauche
D
Vous prenez la première rue à gauche

Slide 10 - Quiz

Vul in:
(Voor) la poste il y a une banque
A
Avant
B
Devant
C
Pour
D
Au bout de

Slide 11 - Quiz

(Tegenover) l'hôpital se trouve un cinéma
A
Au bout de
B
Entre
C
En face de
D
A droite de

Slide 12 - Quiz

Vul in:
Il y a un parc (achter) la maison
A
Derrière
B
Entre
C
Devant
D
En face

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

aller
tourner
avancer
passer
traverser
continuer
prendre
descendre la rue
afslaan
langskomen
doorgaan
gaan
verderlopen
de straat uitlopen
oversteken
nemen

Slide 16 - Question de remorquage

Une vidéo avec des questions

Bekijk het volgende filmpje;
daarna volgen enkele vragen;
let op waar ze heen willen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat zoekt het meisje?
A
La cathédrale
B
La poste
C
La banque
D
La boulangerie

Slide 19 - Quiz

Wat zoekt de jongen?
A
La banque
B
La cathédrale
C
Le parc
D
Le cinéma

Slide 20 - Quiz

Un podcast: concentrez-vous!
  • Op de volgende dia staat een plattegrond en een lijst met 10 gebouwen/locaties. 
  • Iemand legt uit, met verkeerslawaai, waar alles ligt (2x).
  • Nummer van 1 tot 10 op een blaadje en zoek terwijl je luistert de letter van de plek erbij. 
  • Er worden 2 gebouwen overgeslagen; het gaat niet op volgorde

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Réponses
1 la poste
F
6 le Square Victor Hugo
J
2 le restaurant de Bretagne
K
7 la gare
C
3 le cinéma
Q
8 la gare routière
D
4 la Place saint-Pierre
E
9 la boulangerie
-
5 l'hôpital
-
10 la FNAC 
G

Slide 24 - Diapositive

Vertaal: met de boot

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal:
met de fiets

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal:
Nee, het is niet ver.

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal:
aan uw linkerhand
A
à gauche
B
à droite
C
sur votre gauche
D
sur votre droite

Slide 28 - Quiz

Vertaal:
Kunt u mij helpen?
A
Vous pouvez m'aider?
B
Vous pouvez m'aimer?
C
Vous pouvez traverser?

Slide 29 - Quiz