LOB: Communiceren met lichaamstaal

Communiceren
Hoe communiceer je? 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Communiceren
Hoe communiceer je? 

Slide 1 - Diapositive

           Lichaamstaal         
Praten  met je lijf

Slide 2 - Diapositive

Verbale en non-verbale communictie 
  • Verbale communicatie = communiceren waarbij je woorden    gebruikt 

  • Non-verbale communicatie = communiceren zonder               woorden, maar door lichaamstaal. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

0

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Houding tijdens solliciteren en werken
Je lichaamshouding is zeer belangrijk tijdens een sollicitatiegesprek of tijdens je werk.  Zit je geconcentreerd of hang je onderuit, geeft een werkgever de indruk dat je wel of juist niet geinteresseerd bent. Dit noemen ze lichaamstaal of lichaamshouding. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

WAT je zegt, doet er nauwelijks toe!

Slide 10 - Diapositive







Welke vormen van lichaamstaal zie je hier

Slide 11 - Carte mentale


Welke houding(en) komt goed over?
A
Mevrouw 1
B
Mevrouw 2
C
Mevrouw 3
D
Mevrouw 4

Slide 12 - Quiz

Tips 
  • Behoud oogcontact. Kijk de persoon tegenover je zoveel mogelijk in de ogen.

  • Geef een stevige handdruk. Een slappe hand geeft vaak een  slechte indruk. 


  • Ga rechtzitten tijdens een gesprek, een ingezakte houding geeft aan dat je niet bent geinteresseerd. 

  • Beweeg je hoofd niet te veel, af en toe knikken mag, zo komt het over dat je het gesprek volgt. 

  • Praat langzaam en duidelijk. Zo kom je goed over.  

  • Heel belangrijk: Kom op tijd                                             en zet je telefoon UIT  


Slide 13 - Diapositive

Geef voorbeelden van
een goede lichaamstaal

Slide 14 - Carte mentale

Geef een aantal punten aan die jij gaat gebruiken tijdens een gesprek

Slide 15 - Question ouverte

Conclusie
Lichaamstaal zegt 
 meer dan 1000 woorden 

Slide 16 - Diapositive