LU3: Samenvatting Leerdoel 1 t/m 8= § 1.1. en § 1.2 Aardbevingen

1.2 Aardbevingen
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 Aardbevingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van

Aardbevingen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van aardbevingen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Je mag bij sommige vragen de atlas gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de opbouw van de aarde?
Beschrijf vanuit het midden naar buiten

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling §1: de aardkorst verschuift
Opbouw aarde
Aardkorst

Mantel

Kern

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet is het in de aardkern?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is er met de aardkorst?
A
niets, dat is een gesteentelaag
B
dat is een gebroken gesteentelaag
C
die is vloeibaar
D
die beweegt nooit

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De aardkorstplaten die wij herkennen:

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk begrip wordt het bewegen van aardplaten ook wel genoemd?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaattektoniek

Plaattektoniek is het bewegen van aardkorstplaten.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Platentektoniek: het bewegen van aardkorstplaten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heette het supercontinent?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De aardkorstplaten bewegen.
Waarom eigenlijk?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Convectiestromen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

convectiestromen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Convectiestromen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Convectiestromen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke plaatbewegingen zijn er?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer platen bewegen, ontstaat er een
A
aardverschuiving
B
tsunami
C
vulkaanuitbarsting
D
aardbeving

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aardbevingen zijn......
A
te voorspellen
B
niet te voorspellen
C

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een aardbeving?
A
Het beven van de hele aarde
B
Het trillen van het aardoppervlak
C
Een trilling in de aardmantel
D
Een trilling in de aardkorst

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een aardbeving wordt.....
A
De spanning snel opgebouwd en beweegt vloeiend
B
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt vloeiend
C
De spanning snel opgebouwd en beweegt schokkend
D
De spanning langzaam opgebouwd en beweegt schokkend

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het epicentrum van een aardbeving is waar de aardbeving plaatsvindt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil met aardbevingen in de wereld en aardbevingen in Groningen?
A
Er is geen verschil
B
In Groningen ontstaan aardbevingen door gaswinning
C
Onder Groningen verschuiven aardplaten

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer platen tegen elkaar bewegen, dan ontstaan er....?

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van gebergte:

Twee -continentale- platen schuiven naar elkaar toe. Wanneer zij botsen ontstaat er een 'kreukelzone' 
--> gebergte

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de plaatbeweging
---> <---
ook wel
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transforme
D
Subductie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een gebergte

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer platen uit elkaar bewegen, dan ontstaan er....?

Slide 30 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

midoceanische rug

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mid-Atlantische Rug                                   

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de plaatbeweging
<--- ---->
ook wel
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transforme
D
Subductie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een rug

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rug kan zo hoog groeien dat deze boven de oceaan steekt. Dit noem je dan een .....

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een trog?
A
Een diepe kloof onderzee
B
Vulkanisme dat ontstaat door subductie
C
Een breuk in de aardkorst
D
Een langgerekte bergrug onderzee

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een trog vind je
A
in het midden van de oceaan
B
in het midden van een aardplaat
C
vaak dichtbij de kust
D
bij twee die naast elkaar bewegen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van de diepste trog ter wereld?
(Een trog is een ravijn op de bodem van de oceaan)
A
Marianentrog
B
Midatlantische trog
C
San Andreastrog
D
Javatrog

Slide 38 - Quiz

Even een zijstap; dat zelfs daar nog microplastics worden aangetroffen leidt vast tot verbazing.
Trog

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trog 
trog

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de plaatbeweging
waar platen over elkaar gaan ook wel?
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Transforme
D
Subductie

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwacht je bij de San Andreasbreuk lichte of zware aardbevingen
A
lichte
B
zware
C
beide

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt de kracht van een aardbeving gemeten?
A
met de schaal van Richter
B
met een seismograaf
C
met een aardbevingsapparaat
D
met een mercallischaal

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zeer lichte aardbeving heeft een kracht van ... op de schaal van Richter
A
9
B
2
C
5
D
3

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem nog een voorbeeld van een trog.
(Marianentrog mag je niet noemen)

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zal Nederland nooit het epicentrum zijn van een zware aardbeving?

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De schaal van Richter gaat van
A
1-12
B
1-9
C
2-12
D
5-10

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek waar de aardbeving het krachtigst is.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ligt het epicentrum
bij de A of bij de B?
A
Gebied A
B
Gebied B

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het epicentrum ligt onder het hypocentrum
A
waar
B
niet waar

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions