KERN les 69

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

KERN les 69

Hoe gebruik je afkortingen?

TNN 

-Laptop altijd mee

-KERN boek mee

-Telefoon in tas

-Houd de sfeer gezellig

Je leert wat afkortingen zijn en hoe je ze moet schrijven.

R: Ik weet wat afkortingen zijn en hoe je ze moet schrijven.

T1: Ik kan afkortingen en de bijbehorende betekenis herkennen.

T2: Ik kan zelf afkortingen op de juiste manier schrijven. 

I: Ik kan zelf zinnen schrijven waarin ik gegeven afkortingen gebruik.

Woorden les 69

-reanimeren: het hart weer op gang brengen

-geruststellen: zorgen dat iemand niet meer ongerust of bang is

-met andere woorden (m.a.w.): anders gezegd, oftewel

-zie ommezijde (z.o.z.): verwijzing naar andere kant van een bladzijde

-onder andere (o.a.): bijvoorbeeld

-in verband met (i.v.m.): door, vanwege

Maak opdracht 11, blz. 143

z.o.z.

geruststellen

reanimeren

Lees belangrijk! blz. 142

afkortingen van namen schrijf je met grote of kleine letters?

1. grote letters
2. kleine letters

Als je een afkorting letter voor letter uitspreekt, gebruik je wel / geen punten:

1. wel punten
2. geen punten

Als je afkortingen uitspreekt alsof het hele woord er staat, gebruik je wel / geen punten:

1. wel punten
2. geen punten

Als een afkorting een samengesteld woord is, gebruik je wel / geen streepje:

1. wel een streepje
2. geen streepje

Schrijf alle afkortingen op (blz. 142)

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 142)

Maak een zin met de afkorting:
onder andere (o.a.)

Zelfstandig werken

Maak les 69

blz. 142 +143

Klaar? NUMO

Ik weet wat afkortingen zijn en hoe je ze moet schrijven.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zelf zinnen schrijven waarin ik gegeven afkortingen gebruik.

😒🙁😐🙂😃