Spelling klas 2 - Afkortingen

Spelling
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
10 minuten lezen
terugblik (hoe schrijf je getallen)
nieuw: les 69 Hoe gebruik je afkortingen?
zelfstandig werken aan weektaak
Afsluiten les

Slide 2 - Diapositive

Vorige les

Hoe schrijf je getallen?

Slide 3 - Diapositive

Goed of fout?
  • Er hebben zich 3 mensen afgemeld voor het feest.
  • Dat bedrijf heeft met die opdracht tienduizend euro verdiend.
  • Een ticket voor een concert kost al snel zestig euro.

Slide 4 - Diapositive

Waarom afkortingen

Lange woorden sneller schrijven & zeggen 
door: alleen begin van het woord te gebruiken OF paar losse letters 

Slide 5 - Diapositive

Afkortingen

Voor afkortingen zijn ook spellingregels.

De regels zijn:

Slide 6 - Diapositive

Afkortingen

KLEINE letters en ZONDER PUNTEN (geen namen!)

havo, vmbo, pin 

Maar ... 
Afkortingen 1

Slide 7 - Diapositive

Afkortingen
Afkortingen 2
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

IKEA, CDA, RTL, NL

Slide 8 - Diapositive

Afkortingen
Afkortingen 3
Gebruik punten als je de afkortingen uitspreekt alsof het hele woord er staat.

enz. (enzovoort). - o.a. (onder andere) - z.o.z.

Slide 9 - Diapositive

Afkortingen 4 

Gebruik GEEN punten als je ze letter voor letter uitspreekt.

Voorbeelden: NS, wc, pc

Slide 10 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling

Soms zit er een afkorting in een samenstelling. Wat zijn dan de regels?

Slide 11 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling

1. Als je de afkorting letter voor letter uitspreekt zoals vmbo, dan KOPPELTEKEN
2. Als je de afkorting uitspreekt als 1 woord
zoals in havo, dan AAN ELKAAR

Slide 12 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling
havoleerling, maar vmbo-leerling
(want vmbo spreek je als losse letters uit, maar havo als een woord.)

BMW-dealer, pincode

Slide 13 - Diapositive

Afkortingen in samenstelling
LET OP:
Als het voor de uitspraak noodzakelijk is 
of 
bij een afkorting met meer hoofdletters:
KOPPELTEKEN


Slide 14 - Diapositive

Maken

les 69 | Hoe gebruik je afkortingen


Slide 15 - Diapositive

Morgen

lezen, herhalen lesstof + werken aan weektaak

Slide 16 - Diapositive