3.2 wie is de baas

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

Rustig zitten op je vaste plek.

Spullen voor je neus pakken

Jassen uit/tassen van tafel
eten en drinken is weg/telefoon is weg.

Topperrrrssss

Vandaag:

- Nakijken 3.1 ->  Terugblik 3.1 

- Theorie 3.2 ->  aan de slag!

lesdoelen: 

- je kan het verschil tussen een werkgever en werknemer uitleggen. 

- Je kan 3 onderdelen van een arbeidsovereenkomst benoemen

Terugblik paragraaf 3.1

Wat: Nakijken van 3.1

Hoe: antwoorden in teams

Tijd: 7 minuten

klaar? beginnen met opdrachten 3.2

Is aardbeien plukken een voorbeeld van geschoold of ongeschoold werk?

1. Geschoold werk
2. Ongeschoold werk

Achmed is automonteur

1. geschoold werk
2. ongeschoold werk
3. Kan beide

De buurman werkt 38 uur als vrachtwagenchauffeur

1. voltijdbaan
2. deeltijdbaan

Werkgever:

• de "baas"
• heeft één of meerdere personen in dienst, die hij loon betaald
• verdient geld door winst te maken

Werknemer:

• je doet betaald  werk in dienst van een "baas"

Afspraken met de baas

Arbeidsovereenkomst: jij komt elke dag werken. In ruil daarvoor krijg jij geld (= loon).

Hierin staan de arbeidsvoorwaarden: Hoeveel uur per week werk je, hoeveel vrije dagen heb je, wat ga je verdienen, etc.

In de overeenkomst staat verplicht een proeftijd. Dat betekent dat je (2 maanden lang) allebei gaat kijken of het bevalt. Als het niet bevalt kun je allebei de overeenkomst stopzetten.

Tijdelijke baan:

• voor een bepaalde tijd
• tot afgesproken einddatum

Vaste baan:

• voor on-bepaalde tijd
• er is geen einddatum

Flexibele baan:

• je werkt wanneer je nodig bent
• oproepkracht uitzendburo

De teamleider bij albert heijn is een

1. Werknemer
2. Werkgever

Eric werkt maandags in een kleding zaak

1. Werkgever
2. Werknemer

Wat is een arbeidsovereenkomst?

1. Een afspraak tussen werkgever en werkgever
2. Opzegtermijn
3. Proeftijd
4. Een afspraak tussen werknemer en werkgever

Maaike heeft een eigen kleding winkel met personeel.
Maaike is de ..

1. Werkgever
2. Werknemer

Aan de slag!

Wat: herharlingsopdrachten 1 t/m 24 op blz 90 

Tijd: 15 minuten

Wie: zelfstandig (fluisterend overleggen)

klaar? nakijken met antwoorden teams.

Daarna oefentoets op blz 89.