2.5 Cellen delen, groeien en veranderen

2.5 Cellen delen, groeien en veranderen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

2.5 Cellen delen, groeien en veranderen

Slide 1 - Diapositive

Planning
Herhaling over cellen (2.3 en 2.4)
Uitleg Cellen delen, groeien en veranderen (2.5)
Zelfstandig werken aan opdrachten
Herhaling celdeling

Slide 2 - Diapositive

Welke bewering hieronder klopt NIET?
A
DNA zit in chromosomen.
B
DNA bevat de codes om eiwitten te maken.
C
DNA zit alleen in je bloed.
D
DNA zit in de celkern.

Slide 3 - Quiz

Vacuole
A
Blaasje met water
B
blaasje met bladgroen
C
Blaasje met DNA
D
Blaasje met cytoplasma

Slide 4 - Quiz

Deze cel heeft een celkern en is dus een dierlijke cel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat voor cel is dit?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 6 - Quiz

Wat voor cel is dit?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 7 - Quiz

Wat is een celmembraan?
A
soort vliesje om de vacuole
B
soort vliesje wat alleen bij dierlijke cellen voorkomt
C
soort vliesje om de cel
D
soort vliesje om de kern

Slide 8 - Quiz

Wat voor cel is dit?
A
Cel van een schimmel
B
Cel van een bacterie
C
Cel van een plant
D
Cel van een dier

Slide 9 - Quiz

Wat is de vacuole?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 10 - Quiz

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 11 - Question de remorquage

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Celplasma
Vacuole

Slide 12 - Question de remorquage

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Celplasma
Vacuole

Slide 13 - Question de remorquage

De celkern
A
Bestuurt de cel
B
Bevat voedingsstoffen
C
Groeit een plant uit
D
Beschermt de cel

Slide 14 - Quiz

2.5 Cellen delen, groeien en veranderen

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
  • uitleggen uit welke fasen een levenscyclus bestaat.
  • uitleggen hoe organismen zich geslachtelijk voortplanten.
  • uitleggen hoe de celdeling verloopt.
  • uitleggen hoe organismen zich ongeslachtelijk voortplanten.
  • uitleggen dat na groei en differentiatie een nieuw individu ontstaat.

Slide 16 - Diapositive

Levenscyclus mens

Slide 17 - Diapositive

levenscyclus kikker

Slide 18 - Diapositive

Levenscyclus vlinder
Levenscyclus bestaat uit vier stadia:
  1. Ei
  2. Larve
  3. Pop
  4. Imago

Slide 19 - Diapositive

Nieuwe cellen
Sommige cellen blijven jaren in je leven, andere maar kort

Elke dag verlies je miljoenen cellen en deze worden allemaal vervangen --> Hierdoor blijft het aantal cellen ongeveer gelijk

Slide 20 - Diapositive

Elke seconde ontstaan er wel een miljoen nieuwe cellen in je lichaam. Dit wordt gedaan door celdeling

1 sec = 1.000.000 nieuwe cellen

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Celdeling
Celdeling
  • Gewone celdeling
  • Kopie van een cel maken

Celgroei
  • De dochtercel wordt net zo groot als de moedercel

Slide 24 - Diapositive

1. Kerndeling
2. Celdeling
3. Plasmagroei

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Alle organismen hebben celdeling
- Deze gaan bij alle organisme ook op deze manier 


De celdeling is onder een microscoop te zien

Slide 27 - Diapositive

Celcyclus

Slide 28 - Diapositive

Celcyclus

Het terugkerende proces van celding en groei noemt men de celcyclus.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Embryonale Stamcellen

Slide 31 - Diapositive

Zelfstandig werken: 



Lezen: Theorie 2.5 Cellen delen, groeien en veranderen
Maken: opdrachten 1 t/m 7
Samenvatting (af) maken t/m 2.5

Slide 32 - Diapositive

Uit de moeder cel ontstaan ..... dochtercellen
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 33 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevat de dochtercel
A
0
B
23
C
46
D
92

Slide 34 - Quiz

Wat is de betekenis van celcyclus?
A
Een fase waarin cellen groeien en delen.
B
De periode waarin cellen zich specialiseren.
C
De opeenvolgende fasen van celgroei en deling.
D
De periode waarin cellen in rust zijn.

Slide 35 - Quiz

Uit welke cellen kunnen het meeste verschillende type cellen ontstaan?
A
Lichaamscellen
B
Stamcellen uit beenmerg
C
Stamcellen
D
Embryonale stamcellen

Slide 36 - Quiz

Herhaling: Is de dochtercel een exact kopie van de moedercel?
A
Juist
B
Onjuist
C
Kan beide

Slide 37 - Quiz

Herhaling: Wat zijn de 3 stappen van celdeling

Slide 38 - Question ouverte