6.2: De Republiek in staatkundig opzicht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Alfred en Henri van der Linden 

Geboren in de jaren dertig in Amsterdam 

In december 1942 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz

Programma 

1. Terugblik: VOC vs. WIC (10 min.)
2.  Uitleg Staatsvorming Republiek (15 min.)
3. Opdracht standplaatsgebondenheid (rest van de les)

Lesdoelen

• Je kunt beschrijven hoe het streven naar particularisme de staatsinrichting van de Republiek heeft beïnvloed  
• Je kunt uitleggen waarom de stadhouders probeerden hun macht te vergroten 

Keuzemenu 

Keuze 1: Doe mee met de regulieren les. Volg de instructies van de docent

Keuze 2: Ga zelfstandig aan de slag. Doe het volgende: 

• Lees 6.2 goed door (blz. 126 t/m 129)
• Neem de lessonup 6.2 De republiek in staatkundig opzicht goed door en maak de vragen 
• Werk de leerdoelen 6.2 uit (zie achterin H6). 

Maak een keuze! Niets doen is geen optie!

Vragen??

Azië

Specerijen

Veel concurrentie

Aandelenstructuur 

Succesvol 

'staat in een staat' 

Driehoekshandel

Transatlatische 

Slavenhandel

VOC

WIC

Gewelddadig

Amerika 

Eigen leger 

Monopolie

Raad het begrip 

1.  Overzeese expansie (8P) 
2. Handelskapitalisme (6P) 
3. Handelsmonopolie (4p)
4. VOC en WIC (2p) 

• = Handelscompagnieën 

Leerdoelen check

• Je kunt uitleggen dat de graanhandel, het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
• Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en de WIC beschrijven.
• Je kunt uitleggen waarom er een wereldeconomie ontstond. 

KA's: 

KA 24: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.

KA 25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Wie heeft de meeste macht in de Republiek?

1. Stadhouder
2. Raadspensionaris
3. Staten-Generaal
4. Gewestelijke Staten

Welk begrip past het beste bij het bestuur van de Republiek

1. Centralisatie
2. Uniformering
3. Particularisme
4. Absolutisme

Volgens het KA is heeft de republiek 'een bijzondere positie in staatkundig opzicht'. Wat is zo bijzonder aan de republiek

1. Geen koning
2. Macht voor (rijke) burgers
3. Macht is verdeeld (particularisme)
4. Alle vorige antwoorden

Hendrik Willemse, een schipper op een VOC-schip beweert: 'Bij de VOC worden veel sneller beslissingen genomen dan in de Republiek.'
Leg uit waarom hij gelijk heeft

Lees de stelling: 'Aan de ene kant was de Republiek een eenheid, aan de andere kant was het particularisme erg sterk in de Republiek.'
Leg de juistheid van deze stelling uit aan de hand van de manier waarop het bestuur georganiseerd was.