H2 woordenschat

Welkom!

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

1. Opening
2. H1 woordenschat herhalen
3. H2 woordenschat
4. Opdracht maken
5. Afsluiting
Deze les

Slide 2 - Diapositive


Je kunt uitleggen wat de stijlfiguren repetitio, enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en omgekeerde climax betekenen. 

Je kunt uitleggen wat de stijlfiguren hyperbool, understatement, eufemisme en lilotes betekenen.
Leerdoelen deze les:

Slide 3 - Diapositive

Schrijvers, dramaturgen, schilders, musici en essayisten
A
repetitio
B
enumeratio
C
drieslag
D
climax

Slide 4 - Quiz

Stil, traag, ingetogen
A
opsomming in drieën
B
enumeratio
C
climax
D
repetitio

Slide 5 - Quiz

Euforie …, opluchting …, verontwaardiging
A
drieslag
B
climax
C
omgekeerde climax
D
repetitio

Slide 6 - Quiz

Stijlfiguren
a. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.
b. Karlijn reageerde niet onwelwillend op ons voorstel de kosten te delen.
c. Vroeger was Frans een slanke man, nu ziet hij er weldoorvoed uit.
d. Zit je zo'n tien uur per dag op sociale media? Dat is aardig wat.

1. Wat betekenen de onderstreepte delen?
2. Wat vind je bijzonder aan deze formuleringen?
3. Waarom zou de schrijver voor deze formulering kiezen?
timer
3:00

Slide 7 - Diapositive

Stijlfiguren
a. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.


Slide 8 - Diapositive

Stijlfiguren
a. De fans gingen compleet uit hun dak toen Adele het podium betrad.

De schrijver wil het enthousiasme van de fans benadrukken.

Stijlfiguur: hyperbool (= overdrijving)

Slide 9 - Diapositive

Stijlfiguren
b. Karlijn reageerde niet onwelwillend op ons voorstel de kosten te delen.


Slide 10 - Diapositive

Stijlfiguren
b. Karlijn reageerde niet onwelwillend op ons voorstel de kosten te delen.


Slide 11 - Diapositive

Stijlfiguren
b. Karlijn reageerde niet onwelwillend op ons voorstel de kosten te delen.

De schrijver wil benadrukken dat de positieve reactie niet verwacht was. Ze was wel bereid om de kosten te delen. 

Stijlfiguur: litotes (= ontkenning van het tegenovergestelde)

Slide 12 - Diapositive

Stijlfiguren
c. Vroeger was Frans een slanke man, nu ziet hij er weldoorvoed uit.

Slide 13 - Diapositive

Stijlfiguren
c. Vroeger was Frans een slanke man, nu ziet hij er weldoorvoed uit.

De schrijver wil de uiting verzachten (het woord 'dik' niet gebruiken).

Stijlfiguur: eufemisme (= zachtere woorden gebruiken om boodschap minder hard over laten komen)

Slide 14 - Diapositive

Stijlfiguren
d. Zit je zo'n tien uur per dag op sociale media? Dat is aardig wat.


Slide 15 - Diapositive

Stijlfiguren
d. Zit je zo'n tien uur per dag op sociale media? Dat is aardig wat.

De schrijver wil de hoeveelheid benadrukken, door het kleiner voor te stellen dan het is.

Stijlfiguur: understatement (= minder groot, mooi, enz. beschrijven dan je bedoelt; ironie)

Slide 16 - Diapositive

Stijlfiguren
  • hyperbool = overdrijving
  • understatement = minder groot, mooi, enz. beschrijven dan je bedoelt
  • litotes = ontkenning van het tegenovergestelde
  • eufemisme = zachtere woorden gebruiken om boodschap minder hard over laten komen

Slide 17 - Diapositive

WAT: H2 woordenschat opdracht 1  

HOE: Boek en schrift

HULP: Pak de theorie erbij, vraag een klasgenoot

KLAAR: Opdracht 2 
Aan de slag!

Slide 18 - Diapositive

  • Lesdoelen behaald? 

  • Huiswerk voor volgende les: H2 woordenschat opdracht 1 + 2 af 
Afsluiting

Slide 19 - Diapositive

De familie Meiland heeft een leuk optrekje in Hengelo gekocht.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 20 - Quiz

"Waar bleef je nou, ik stond al eeuwen op je te wachten!"
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 21 - Quiz

Dat deze man binnenkort weer in de gevangenis belandt, lijkt mij niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 22 - Quiz

"Kunnen we zo een sanitaire stop maken? Ik moet even iets wegbrengen."
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 23 - Quiz

De jackpot staat op elf miljoen euro. Da's een mooi zakcentje!
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 24 - Quiz

Uur na uur gebeurde er niets.
A
anticlimax
B
repetitio
C
enumeratio
D
climax

Slide 25 - Quiz

Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed.
A
repetitio
B
climax
C
drieslag
D
opsomming in drieën

Slide 26 - Quiz